De
bruine kiwi
Orde
: Struthioniformes - familie : Apterygidae -
geslacht : Apteryx en soort : Apteryx australis.
De bruine of gewone kiwi heeft twee op elkaar
lijkende verwanten die ook als kwetsbaar te boek
staan, de kleine grijze kiwi en de grote grijze
kiwi.
De bruine kiwi, een levend overblijfsel dat zich
miljoenen jaren geleden ontwikkelde, is even
groot als een kip en legt eieren die bijna net
zo groot zijn als die van een struisvogel. De
kiwi is vrijwel blind en gebruikt, naast zijn
scherpe gehoor- en reukvermogen, zijn gevoelige
snorharen om zijn weg te vinden. Dit schuwe
nachtdier komt alleen in Nieuw-Zeeland voor, kan
niet vliegen en rust overdag uit in een
ondergronds hol. Zijn wijde verenkleed lijkt op
een vacht.
Kiwi's blijven hun hele leven bij elkaar en
delen hetzelfde hol. In de lente maakt het
mannetje de broedkamer klaar door deze met mos
en gras te bekleden. Voor kiwi's zijn geluiden
en geuren veel belangrijker dan visuele
signalen. Een baltsend paar fluit duetten, bromt
en sist opgewonden, laat sterk ruikende
uitwerpselen achter, springt op en jaagt elkaar
na in rondjes.
Het vrouwtje legt meestal ��n ei en soms 25 tot
30 dagen later een tweede. Deze zijn enorm groot
en vertegenwoordigen zo'n twintig procent van
haar totaal lichaamsgewicht. Eerst bebroedt het
mannetje de eieren, terwijl het uitgeputte
vrouwtje in een nabijgelegen hol slaapt. Het
broeden duurt zo'n negentig dagen. Na twee tot
drie weken zijn de jongen geheel onafhankelijk
en slapen ze in andere holen.
Ongeveer een half uur na zonsondergang komt de
kiwi uit zijn hol te voorschijn en begint rond
te schuifelen over de grond op zoek naar
voedsel. Hij beweegt langzaam maar zeker, zelfs
door de dichte vegetatie. Deze vogel waagt zich
zelden ver in open gebied en rent naar
beschutting zodra hij gevaar bemerkt. Met
regelmatige intervallen uit hij verdragende
kreten en fluit hij om het eigendomsrecht van
zijn territorium te melden. Soms breken er
gevechten uit waarbij de kiwi's naar elkaar
grommen en met hun snavels klepperen.
Kiwi's zoeken zorgvuldig de bosbodem af op alles
wat eerbaar is, zoals ongewervelde dieren,
gevallen zaden, verse blaadjes en bessen. Hun
voedsel bestaat echter voornamelijk uit de vele
kleine dieren die in de bodem en op het
bladerafval leven, zoals duizendpoten,
aardwormen, larven, krekels en spinnen. De vogel
spoort zijn prooi op via zijn uiterst scherpe
reukvermogen.
Naar schatting leefden er 1200 jaar geleden zo'n
twaalf miljoen kiwi's van allerlei soort zonder
inheemse vijanden in Nieuw-Zeeland. Nu zijn dat
er nog zo'n 70.000. De Maori's en Europese
kolonisten brandden hele stukken regenwoud plat
om er dorpen te bouwen. De vogel moest daardoor
uitwijken naar struikgewas en ruig grasland,
waar minder eten is en de jongen moeilijker
overleven. De bruine kiwi is nu beschermd, al
neemt zijn leefgebied nog steeds af.
|