Elandantilope
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
elandantilope is net als alle andere leden van
de wilde en gehoornde antilopenfamilie Bovidae,
een gehoornd hoefdier. De elandantilope heeft
twee rechtopstaande, als een kurkentrekker
gedraaide hoorns en een lijf dat net zo sterk is
als dat van een os. Met zijn kleine, spitse oren
en lange snuit als die van een hert, zwerft dit
grootste lid van de antilopenfamilie door zijn
droge, halfwoestijnachtige landschap. Dit
eigenaardige dier kan erg hard lopen en leeft in
enkele van de meest dorre gebieden van Afrika,
maar wordt in zijn voortbestaan bedreigd omdat
zijn favoriete leefgebied steeds kleiner wordt.
De elandantilope, die geschikt is om in droog
gebied met struikgewas te overleven, geeft de
voorkeur aan grasland met her en der een boom of
struik. Hoewel elandantilopen graag water
drinken, kunnen ze in tijden van droogte lang
zonder. Bovendien helpt de kossem, een
loshangend stuk huid dat tussen de keel en de
nek hangt, hen in de droge hitte koel te
blijven. Elandantilopen komen vaak voor in
kleine kuddes van ongeveer 25 dieren, met naast
vrouwtjes en jongen ��n of meer mannetjes. In de
natte tijd daarentegen vormen zich grote groepen
met vrouwtjes en jongen en buiten de paartijd
zijn de mannetjes meestal solitair. De vrouwtjes
trekken verder en begrazen meer open gebied dan
de mannetjes. Op zoek naar eten moet deze
antilope echter altijd op zijn hoede zijn voor
zijn natuurlijke vijanden, zoals
luipaarden,
hyena's en
leeuwen.
In de paartijd leveren de mannetjes felle strijd
om de dominantie binnen de kudde. Een succesvol
mannetje verwerft het recht om met tochtige
hinden (vrouwtjes) te paren. Zo'n acht maanden
na de paring krijgt de hinde een jong op een
afgelegen, schaduwrijke en goed voor roofdieren
verborgen plek. Met vijf maanden is het jong
gespeend, als blijft het soms ruim een jaar bij
zijn moeder tot het volgende jong geboren wordt.
Het aantal elandantilopen neemt af omdat ze uit
de graslandgebieden verjaagd worden die nu voor
de ontwikkeling van landbouw en het grazen van
vee gebruiken worden en in minder vruchtbaar,
droog gebied veranderen. Sinds 1970 is het
leefgebied gehalveerd. Bovendien is er vanwege
het malse vlees en de sterke, kostbare huid van
dit dier veel jacht op hem gemaakt. Hoewel de
elandantilope in sommige gebieden is uitgeroeid,
komt hij in Afrika nog steeds veel voor en zijn
er naar schatting een 50.000 over.
Elandantilopen eten liever bladeren dan gras.
Deze zeer selectieve antilopen kiezen de
voedzaamste loten en bladeren uit, met een
voorkeur voor de bladeren van de kleine, wilde
bloemen en kruiden die tussen het gras en de
struiken van hun leefgebied groeien.
|