W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Historische figuren

Franz Liszt

Liszt, Franz (vanaf 1859) von (Raiding, Burgenland, 22 okt. 1811 - Bayreuth 31 juli 1886), Hongaars pianist, componist, dirigent, auteur over muziek en muziekpedagoog, heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de muziek en het muziekleven in de 19de eeuw.
1. Leven
Zijn eerste piano-onderricht kreeg Liszt van zijn vader en in 1819 gaf hij zijn eerste openbare concert, in Baden bij Wenen. Een studietoelage van vijf Hongaarse geldmagnaten stelde hem in staat te gaan studeren bij Beethovens leerling Czerny in Wenen; theorielessen kreeg hij van Salieri. Zijn eerste openbare concert in 1822 in Wenen was een groot succes. In 1823 maakte hij met zijn vader - die de successen van het wonderkind Wolfgang Amadeus Mozart tot voorbeeld nam - een concertreis naar Parijs. Aan het conservatorium daar was hij niet welkom, omdat Cherubini een afkeer had van wonderkinderen.
Van 1823 tot 1836 woonde Liszt in Parijs, van waaruit hij verschillende tournees maakte; hij studeerde zelfstandig piano (methode Kalkbrenner) en bestudeerde de theoretische vakken bij achtereenvolgens F. Pa�r en A.Reicha. In deze tijd kreeg hij contacten met vooraanstaande kunstenaars en met schrijvers als VictorHugo, Lamartine en Heine. In muzikaal opzicht hadden Cherubini, Rossini, Hal�vy en vooral Berlioz grote invloed op hem; van Berlioz bewerkte hij de Symphonie fantastique voor piano. Het virtuoze vioolspel van Niccol� Paganini inspireerde hem tot soortgelijke experimenten aan het klavier; hij bewerkte vele van Paganini's vioolwerken met een parallelle moeilijkheidsgraad voor piano. Van grote betekenis was ook zijn vriendschap met Chopin, onder wiens invloed de romantische en po�tische kanten van zijn muzikale persoonlijkheid tot ontwikkeling kwamen. Een belangrijke literaire invloed onderging hij van Marie d'Agoult, met wie hij in 1835 in Gen�ve ging wonen; zij zouden drie kinderen krijgen.
In 1836 begonnen voor Liszt de jaren van grote en succesvolle concertreizen; tot 1847 bereisde hij geheel Europa, waarbij hem vele onderscheidingen ten deel vielen. In 1844 eindigde de verhouding met Marie d'Agoult en in 1847 ging Liszt een relatie aan met F�rstin Carolyne zu Sayn-Wittgenstein (1849); een legalisering van deze verhouding werd tegengehouden door paus Pius IX, en, nadat de vorstin weduwe was geworden (1864), door haarzelf.
In 1842 was Liszt te Weimar tot buitengewoon kapelmeester benoemd; van 1849 tot 1861, na de be�indiging van zijn concertcarri�re, vervulde hij deze functie daadwerkelijk en konden andere facetten van zijn grote muzikale begaafdheid tot ontwikkeling komen: hij begon een veelzijdig repertoire te componeren en werd een belangrijke stimulans voor het muziekleven in Duitsland. Hij had leerlingen als Hans von B�low, Peter Cornelius en Carl Tausig en dirigeerde werken van Robert Schumann, Berlioz, Verdi, Donizetti en Wagner (1850, premi�re Lohengrin). Mede door zijn invloed werd Weimar het Mekka van de moderne Duitse muziek en ontstond de beweging die bekend werd als de Neu-Deutsche Schule. Liszt werd voorvechter van het oeuvre van Wagner, die hij in 1841 in Parijs had leren kennen en die hem in 1848 in Weimar kwam bezoeken. Deze vriendschap duurde voort tot Wagners dood, ondanks een periode van verkoeling van 1859 tot 1872 in verband met Wagners huwelijk met Liszts dochter Cosima (geb. 1837), waarbij Liszt het opnam voor Cosima's eerste echtgenoot, zijn favoriete leerling von B�low. Belangrijk was de oprichting onder Liszts leiding van de 'Allgemeiner Deutscher Musikverein' te Weimar in 1868. Hierna concentreerde Liszt zich - niet voor het eerst - op het religieuze en componeerde o.a. oratoria.
In 1865 ontving Liszt de lagere wijdingen van het priesterschap. In zijn laatste levensjaren, afwisselend wonend in Boedapest, Weimar en Rome, componeerde hij nog maar weinig; vrijwel alle composities uit deze tijd zijn religieus van karakter. Tot aan zijn dood bleef hij echter zeer actief als pedagoog in vele steden in Europa.
2. Werk
In Liszts muzikale persoonlijkheid nemen de symbolen van Franciscus van Assisi, Gretchen en Faust, als uitdrukking van zijn verlangen naar spiritualiteit en ethiek, zijn liefde en achting voor de vrouw en zijn hang naar magie, een belangrijke plaats in. Zijn compositorische ontwikkeling, die in zijn jonge jaren haar uitgangspunt vond in briljante pianowerken (etudes en rapsodie�n), eindigde uiteindelijk in een introverte en speculatieve stijl, kaal en transparant van structuur en ontdaan van alle uiterlijkheden. Liszt was zeer genereus; hij verrichtte baanbrekend werk voor de verbreiding van het werk van tijdgenoten, o.a. door hun composities te transcriberen voor piano. Als componist was hij steeds op zoek naar vernieuwingen. Tot de belangrijkste behoort de in de Bergsymfonie (1850) voor het eerst ontwikkelde motieftransformatietechniek waarmee hij samenhang en dramatiek concipieerde in vrije en eendelige vormen; hiermee brak hij met de klassieke vorm (zie hoofdvorm). Een wezenlijk aspect van deze techniek is het zelfstandig gebruik van de muzikale parameters; hiermee anticipeerde Liszt op compositietechnieken van de 20ste eeuw. In een aantal van zijn late werken doorbrak hij de grenzen van de tonaliteit. Veel van het late experimentele werk is tijdens zijn leven niet uitgegeven.
Liszt was de belangrijkste pianovirtuoos van de 19de eeuw. In zijn - veel nagevolgde - pianotechniek streefde hij met gebruikmaking van alle mogelijkheden van het instrument naar een verscheidenheid aan klankkleuren zoals een symfonieorkost die heeft. Zijn concept van programmamuziek verschilde van dat van Berlioz, Smetana, Dvor�k en Saint-Sa�ns; hem stond de expressie van algemene idee�n meer voor ogen dan een realistische toonschildering.
Liszts geboortehuis in Raiding is als museum ingericht.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer