W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Amfibie�n en reptielen
 

Galapagosreuzenschildpad

De Geochelone elephantopus leeft van koele vochtige bossen tot in droog land en wordt tot 120 cm lang.
Er zijn minstens dertien ondersoorten van deze reuzenschildpadden, die een gewicht van wel meer dan 225 kg kunnen bereiken. Ondersoorten hebben zich ontwikkeld doordat de populaties op de verschillende eilanden van elkaar gescheiden zijn en zich in de loop van vele duizenden jaren aan de specifieke omstandigheden hebben aangepast. De ontdekking van deze ondersoorten was ��n van de belangrijkste waarnemingen die Darwin tot zijn theorie over het ontstaan der soorten bracht.
De schildpadden vari�ren in grootte en lengte, in omvang van poten en bovenal in de vorm van het pantser. Sommige ondersoorten hebben een zadelvormig rugpantser dat aan de voorkant omhoog gebogen is, zodat de schildpad zijn kop recht omhoog kan heffen en zodoende een groter voedselgebied binnen zijn bereikt heeft. Deze ondersoorten komen alleen voor op eilanden met een hogere vegetatie. De mannetjes zijn altijd groter dan de wijfjes.
Deze schildpadden voeden zich met allerlei plantenkost, die ze in de vruchtbaardere hooglanden opzoeken. Ze paren het hele jaar door; de mannetjes zijn gemakkelijk in staat de kleinere wijfjes te overmeesteren en hen op de grond te drukken voor de paring. Het maken van een nest is nauwkeurig waargenomen op Santa Cruz, waar een schildpaddenreservaat is. Na de paring daalt het wijfje af naar het laagland, waar een kale bodem onder volle zon is. Zij urineert om de aarde zacht te maken en graaft een kuil tot dertig cm diep met haar achterpoten. Nadat ze maximaal zeventien eieren heeft gelegd, metselt ze de uitgegraven aarde over de holte zodat die goed afgesloten is. Zoals gewoon is bij schildpadden moeten de jongen zonder enige hulp van buitenaf uitkomen en zich uitgraven.

� 2006 - WORLDEXPLORER
Google