|
De
gele of dwerganaconda
 De
gele of dwerganaconda of Eunectes notaeus is
geelachtig bruin met donkere vlekken op haar rug
en flanken. Het is een zwaargebouwde slang die
zich in het wild het grootste deel van de tijd
in een vochtige omgeving ophoudt. Haar
maximumlengte is drie meter en ze is kleiner dan
haar bekende familielid, Eunectes murinus, of de
groene gewone anaconda.
Het houden van dit dier is niettemin een
ambitieuze onderneming voor de
amateur-slangenhouder. Haar temperament is niet
ideaal. Naarmate ze groter wordt, wordt haar
tekening minder opvallend en kleurrijk.
De paring vindt plaats na een periode van lichte
afkoeling en de worpen van ongeveer twintig
jongen worden geboren na een draagtijd van zo'n
acht tot negen maanden. Bij de geboorte is hun
omvang al aanzienlijk en zij accepteren in de
regel meteen halfvolgroeide muizen; zo niet dan
kunnen ze met vis aan het eten worden gebracht.
Opmerkingen : de gewone anaconda, Eunectes
murinus, is de grootste slang ter wereld. Ze is
bovendien ��n van de slechtst gehumeurde en is
daarom ongeschikt voor priv�-verzamelingen,
tenzij deze zijn uitgerust met de ruimte van
faciliteiten die voor zo'n gigantisch reptiel
noodzakelijk zijn.
Er zijn nog twee andere geslachten, Tropidophis,
met twaalf soorten op de Westindische eilanden
en Ungaliophis, met twee soorten in
Midden-Amerika, die zo nu en dan verkrijgbaar
zijn, en er zijn twee zeldzame geslachten die
vrijwel nooit verkrijgbaar zijn. Het zijn
allemaal kleine boa's, die vrijwel op dezelfde
manier als de tropische colubriden kunnen worden
gehouden, maar voortplanting in gevangenschap
komt zelden voor.
|
