W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Hoe oud worden planten en dieren

De tijd die een dier of plant tussen geboorte en dood krijgt toegemeten, loopt van soort tot soort sterk uiteen. Sommige dieren leven maar kort. Een raderdiertje leeft slechts enkele dagen. Geboorte en jeugd, volwassenheid, voortplanting en seniele aftakeling spelen zich af in dit naar onze maatstaven wel zeer enge tijdsbestek. Het dikwijls aangehaalde voorbeeld, de ��ndagsvlieg,, is hier niet op zijn plaats; het volwassen insect leeft inderdaad niet land, een enkele soort zelfs niet langer dan een etmaal, maar het jeugdstadium van dit dier, de larvenperiode, kan wel drie jaar in beslag nemen.
In het algemeen is het leven van kleine dieren maar kort van duur, maar op deze regel zijn toch veel uitzonderingen. Terwijl bijvoorbeeld veel insecten niet langer dan een week tot enkele maanden leven, kan een kever als de huisboktor een leeftijd van 33 jaar bereiken. Een in Noord-Amerika schadelijke cicade dankt haar soortnaam septemdecim aan het feit, dat de larvale ontwikkeling 17 jaar in beslag neemt.
Overigens lopen de leeftijdsopgaven voor lagere dieren af te lezen en het is niet eenvoudig dieren als wormen, spinnen of slakken jarenlang onder zo goed mogelijke condities te verzorgen. Betrouwbare gegevens zijn er dan ook niet veel. Kortschelt hield een worm - en nog wel een exemplaar dat hij uit helften van twee verschillende soorten had 'gemaakt' - tien jaar in leven. Een bloedzuiger werd 27 jaar, een soort zeeanemoon 67 jaar. Voor zoetwater- en reuzenmossel worden door betrouwbare onderzoekers zelfs leeftijden van 70 tot 100 jaar opgegeven.
Bij gewervelde dieren hangt de levensduur vaak samen met de lichaamsgrootte en de stofwisseling. Juist kleine dieren hebben doorgaans een intensieve stofwisseling. Dit heeft natuurlijk een snellere slijtage van het hart en andere belangrijke organen tot gevolg : een muis leeft sneller en is dus ook eerder versleten dan een olifant. Een vleermuis is met haar twintig jaar een schijnbare uitzondering, maar dit dier heeft een zeer trage stofwisseling tijdens zijn langdurige winterslaap en zelfs in gewone slaaptoestand daalt de lichaamstemperatuur. Zodoende leeft dit dier beslist zuiniger dan een even grote muis.
Voor de reuzen onder de hedendaagse zoogdieren, olifanten en wasvissen, noteren sommige schrijvers zeer hoge leeftijden. Zo gaf men de blauwe vinvis, het grootste dier van alle tijden, een levensduur van enkele honderden jaren. Voor ons gevoel is zo'n eerbiedwaardige leeftijd ook wel passend voor deze respectabele kolos. Maar de nieuwste onderzoekingen wijzen wel anders uit. Ofschoon er geen enkele manier bestaat om de leeftijd van een gedode walvis met zekerheid te bepalen, heeft men toch enig houvast aan de groeilijnen, die zichtbaar zijn in een eigenaardige 'was-plug' in de gehoorgang : een kegel van verhoornde cellen. Deze kegel vertoont duidelijke lagen, die aan de jaarringen in een boomstam doen denken. Men veronderstelt dat er jaarlijks twee van dergelijke lagen worden gevormd; in de perioden van de grootste eetactiviteit en van de grootste seksuele activiteit, afgewisseld door de trek, waarin de groei vrijwel stil staat. Nu zijn bij de blauwe vinvis nooit meer dan 52 lagen geteld, zodat men voor de leeftijd van deze kolos tot een wel zeer teleurstellend getal komt : 26 jaar. Bij een gewone vinvis telde Nishiwaki 86 ringen, dus 43 jaar. Maar een walvis heeft dan ook een uitzonderlijk hoge stofwisseling, groeit zeer snel en bereikt vrij spoedig de toestand van geslachtelijke volwassenheid : blauwe en gewone vinvis na vier en een half jaar, noordse vinvis, potvis en bruinvis na ongeveer anderhalf jaar. Bij de meeste beter bekende zoogdieren ligt het moment van geslachtelijk volwassen worden op ongeveer een zevende van de totale levensduur. Nemen we aan dat dit bij walvissen ook ongeveer zo is, dan komen we voor de vinvis op een leeftijd van ruim dertig jaar. In een aantal gedode walvissen trof men oude harpoenpunten aan, die van een merk of jaartal waren voorzien; zo kwam men voor de Groenlandse walvis tot veertig, voor de noordkaper tot 32 jaar, getallen dus die in dezelfde orde van grootte liggen.
Dat de meeste vogels niet erg oud worden, staat wel in verband met hun zeer intensieve en snelle stofwisseling. Vogels hebben een sterke inwendige verbranding niet alleen om hun hoge lichaamstemperatuur op peil te houden (40 tot 44 � C.) maar ook omdat het vliegen en de grote beweeglijkheid bijzonder veel arbeidsvermogen vergen. Het aantal hartslagen is dan ook verrassend groot : mus 460, kolibrie zelfs 1000 per minuut. Sommige vogels verwerken per dag ongeveer hun eigen lichaamsgewicht aan voedsel. Deze enorme inwendige activiteit werkt geen lang leven in de hand. Kleine zangvogels leven gemiddeld zes tot tien jaar. Papegaaien en grote roofvogels worden veel ouder, althans in gevangenschap, maar opgaven van honderd jaar en meer zijn meestal weinig kritisch en wellicht sterk overdreven.
De gemiddelde levensduur van de mens is gedurende de laatste eeuw aanzienlijk toegenomen en ligt momenteel rond de zeventig jaar. Nauwelijks 0,02 procent van de mensheid bereikt de feestelijke mijlpaal van honderd jaar; op de 100.000 mensen gemiddeld slechts twintig. Door zijn levensduur neemt de mens een uitzonderingspositie in. Zoogdieren gaan immers een leeftijd van vijftig jaar zelden te boven. Zelfs mensapen hebben een veel sneller levenstempo dan de mens. Na hun twintigste levensjaar beginnen ze al snel te verouderen en op dertig jarige leeftijd zijn chimpansee, gorilla en orang-oetan even ver als een mens van zeventig.
Alleen enkele vertegenwoordigers van het plantenrijk komen tot aanzienlijk hogere prestaties. Vermaard is het record van een aantal machtige bomen. De mammoetboom is een naaldboom, waarvan twee soorten voorkomen : Sequoia sempervirens, de redwood in de Californische Fog belt en Sequoia gigantea, de big-tree van de Sierra Nevada. De eerste bereikt de grootste hoogte, namelijk 150 meter, maar de tweede de grootste dikte en de hoogste leeftijd. Ofschoon men bij enkele doorgezaagde stammen niet verder kwam dan ongeveer 2400 jaarringen, neemt men van sommige veel dikkere en nog levende exemplaren leeftijden aan van vierduizend jaar en meer. De voornaamste groeigebieden van deze reuzebomen zijn gelukkig tot natuurreservaten verklaard (Yosemite National Park en Yellowstone Park). Ook de 160 meter hoge Australische Eucalyptus amygdalina en de wonderlijk gevormde apebroodboom of baobab, Adansonia digitata, in de savannen van tropisch Afrika, kunnen een zeer hoge leeftijd bereiken. Enkele exemplaren worden geschat op vijfduizend jaar. Ook voor deze bomen zal er wel een grens zijn, maar het is onbekend, hoeveel eeuwen deze reuzen nog voor de boeg hebben.


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer