De
lederschildpad
Orde
: Chelonia - familie : Dermochelyidae - geslacht
: Dermochelys en soort : Dermochelys coriacea.
Er zijn nog zes zeeschildpadsoorten met een hard
schild, die allemaal worden bedreigd, waaronder
de onechte karetschildpad, de soepschildpad en
de karetschildpad.
De lederschildpad is niet over het hoofd te zien
: met een lengte van twee en een halve meter is
dit de allergrootste schildpad. Hij is al 120
miljoen jaar op aarde en is in al die tijd amper
veranderd. Als zeeschildpad zijn de
lederschildpadden uniek omdat ze geen hard
schild hebben en omdat ze ook in koelere wateren
kunnen overleven. Deze unieke reiziger legt in
zijn leven al zwemmend duizenden kilometers af.
Toch keert het vrouwtje terug naar het tropische
strand waar ze geboren is, om er zelf te
nestelen. De grootste lederschildpad die ooit
werd waargenomen was bijna drie meter lang en
woog zo'n negenhonderd kilogram.
Lederschildpadden eten kwallen en zijn immuun
voor de tentakels van giftige kwalsoorten. Ze
zoeken vooral in gematigde wateren naar voedsel,
bij voorkeur aan de oppervlakte, al kunnen ze op
zoek naar prooi wel vierhonderd meter diep
duiken. Anders dan andere schildpadden
ontwikkelen ze lichaamswarmte en hebben een
dikke laag blubber. Zo kunnen ze koud water
verdragen en verder reizen en dieper duiken dan
andere schildpadden.
Lederschildpadden leiden een geheimzinnig,
solitair leven. Alleen tijdens de paartijd
hebben ze contact met andere schildpadden. Ze
stoppen zelden met zwemmen, zelfs niet als ze
slapen, en leggen gemiddeld 45 tot 65 kilometer
per dag af. De meeste tijd brengen ze onder
water door. Mannetjes leven altijd op zee.
Vrouwtjes komen om de twee tot drie jaar aan
land om te nestelen. Wetenschappers vermoeden
dat ze aardmagnetisme gebruiken om de weg te
vinden.
Om eieren te leggen hijsen de vrouwtjes zich in
een maanloze nacht op het strand en graven een
kuil in het zand. Ze leggen hun eieren, begraven
die en proberen vervolgens hun nest te verbergen
door er met hun poten zand omheen te gooien en
zelfs onechte nestplekken te maken. De jonge
schildpadden komen na zo'n 65 dagen uit en
klimmen samen uit het nest. Zodra ze te
voorschijn komen, haasten ze zich naar zee,
aangetrokken door de horizon, en ontsnappen (als
ze geluk hebben) aan vogels en krabben die al
klaarstaan om toe te slaan.
Wetenschappers vermoeden dat er nauwelijks nog
35.000 nestelende vrouwtjesschildpadden over
zijn. De schildpadden worden gedood voor hun
vlees, eieren worden gestolen, de nestelstranden
worden voor toerisme ontsloten en ze raken
gewond of worden gedood door schepen, vistuig of
afval. In sommige landen zijn de nestelstranden
nu beschermd.
|