W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Vogels
 

Het robijnkeeltje

Het robijnkeeltje is ��n van de 338 kolibriesoorten, die alle uitsluitend op het westelijk halfrond voorkomen. Orde : Apodiformes - familie : Trochilidae - geslacht : Archilochus en soort : Archilochus colubris.
Door zijn geringe omvang (niet groter dan een groot insect), levendige aard en acrobatische vliegkunst onderscheidt het robijnkeeltje zich van andere vogels. Hij manoeuvreert met ongelofelijke snelheid, waarbij hij wegschiet, blijft zweven en van richting verandert, en zelfs achteruit vliegt als een klein, groen vlekje. Het meest opvallend is misschien nog wel zijn jaarlijkse winteremigratie vanuit het noordoosten van Noord-Amerika naar Zuid-Amerika, waarbij hij twintig uur non-stop over de Golf van Mexico vliegt.
Het vrouwtje kiest een nestelplek aan het eind van een tak, hoog boven de grond en ver weg van roofdieren. Ze bouwt ook het bekervormige nest met een doorsnee van twee tot drie cm dat gemaakt is van vruchtpluis, vezels en spinrag, gecamoufleerd met korstmos. In ��n legsel worden twee witte eieren zo groot als een erwt gelegd. De jongen komen na twee weken uit. Het vrouwtje zorgt in haar eentje voor de jongen, waarbij ze hen voedt door haar snavel diep in hun keel te stoppen en een mengsel van insecten en nectar uit te braken. De jongen zijn na drie dagen al twee keer zo zwaar en dat is na vijf en acht dagen opnieuw het geval. Na drie weken verlaten de jongen het nest.
In de negentiende eeuw maakten verzamelaars jacht op het robijnkeeltje vanwege zijn geringe omvang en schitterend verenkleed. Hoewel de soort zeer in trek was, werd de populatie nooit bedreigd en komt de soort in het grootste deel van zijn verspreidingsgebied nog steeds veel voor.
Dit vogeltje heeft ��n van de snelste stofwisselingen van alle vogels en eet dagelijks zijn eigen gewicht in nectar, spinnen en kleine insecten, zoals muggen. Hij heeft een voorkeur voor planten met rode bloemen en voedt zich door te blijven zweven, zijn snavel in een bloem te steken en met zijn lange, rafelige tong de nectar op te slurpen. Doordat hij tussen de bloemen naar nectar zoekt, is hij een belangrijk bestuiver, die bloemen bevrucht door stuifmeel van de ene plant naar de andere te brengen. Hij drinkt ook suikerwater uit vogelbakjes in tuinen en bezoekt door spechten gemaakte boomgaten om zich met sap te voeden.
De vleugels van het robijnkeeltje gaan razendsnel op en neer en maken een zoemend geluid. Tijdens de winter vliegen de vogels vanuit noordelijk gelegen broedplaatsen (tot in Canada) naar Mexico en Midden-Amerika, een afstand van soms wel meer dan drieduizend kilometer. Ze keren altijd naar dezelfde plaats terug. Het zijn solitaire dieren, ze leven zelden in groepen en ze kunnen agressief worden als ze een voedselbron verdedigen.


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer