W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : De mens - algemeen

Engeland onder de vroege Stuarts

Na de dood van de Engelse koningin Maria Tudor, bijgenaamd 'Bloedige Maria' in 1559, volgde haar halfzuster Elizabeth haar op. Omdat deze uit een huwelijk was geboren dat door de rooms-katholieke kerk niet werd erkend, werd ze steeds ijveriger protestant. In 1570 deed paus Pius V (1566-1572) haar in de ban, een bewijs dat hij haar voor het rooms-katholieke geloof verloren achtte. Voor de rooms-katholieke onderdanen van Elizabeth was dit een reden om te proberen Maria, de nicht van Elizabeth en koningin van Schotland, op de Engelse troon te krijgen. Die was immers wel katholiek. Maria kreeg echter ruzie met haar protestantse onderdanen en moest naar Engeland vluchten.
Daar zat Elizabeth bepaald niet op haar te wachten. De Engelse koningin wist niets beters te doen dan haar gevangen te zetten. Toch bleef de voormalige Schotse koningin een voortdurende bron van gevaar voor Elizabeth. De rooms-katholieken namelijk smeedden tal van samenzweringen om Maria koningin van Engeland te maken. In 1587 werd Maria, die mede betrokken zou zijn geweest bij zo'n samenzwering, onthoofd. Voor Engeland was de regeringsperiode van Elizabeth een periode van grote bloei en economische ontplooiing. Naarmate de Engelse koningin ouder werd, ging haar opvolging een groter probleem vormen. Ze was ongehuwd gebleven en kreeg daarom de bijnaam 'de Koningin-Maagd'. Op haar sterfbed evenwel wees Elizabeth haar neef Jacobus VI, de zoon van de onthoofde Maria, als de nieuwe Engelse heerser aan. Deze werd na haar dood tot koning Jacobus I van Engeland gekroond (1603-1625). Hij bleef ook koning van Schotland en er was dus een personele unie tussen beide landen.
Jacobus I was een wonderlijke figuur. Zijn loop was ietwat waggelend en zijn tong te dik voor zijn mond. Zijn uitspraak van het Engels was ruw. Netjes eten en drinken kon hij niet. Zijn kleren droeg hij net zo lang tot ze tot op de draad versleten waren. Hij was zeer ontwikkeld en geleerd, maar zijn geleerdheid spreidde hij te pas en te onpas tentoon. Zijn positie als koning zag hij als onaantastbaar, daar ze direct op Gods wil steunde. Met het parlement lag Jacobus I dan ook steeds overhoop. Hij riep het alleen bijeen wanneer hij geld nodig had. Tussen de jaren 1609 en 1620 riep hij het parlement slechts ��n keer bijeen en dan nog maar voor twee maanden. In zijn buitenlandse politiek streefde hij naar het handhaven van de vrede onder bijna alle omstandigheden. Zijn dochter Elizabeth, die werkelijk een schoonheid moet zijn geweest, trouwde in 1613 met de keurvorst van de Palts. Toen deze 'Winterkoning' in ernstige moeilijkheden kwam, wierf zijn schoonvader wel troepen aan, maar hij hielp hem toch niet. De Engelse protestanten waren over deze gang van zaken natuurlijk slecht te spreken. Maar nog minder te spreken waren ze over het plan om de Engelse kroonprins, de latere Karel I, te laten trouwen met een Spaanse prinses. Gelukkig kwam het er niet van. Want Karel, die meende hevig verliefd op de Spaanse te zijn, reisde weliswaar naar Spanje, maar de prinses wilde hem niet. Tenslotte huwde hij met Henri�tte Maria, de zuster van de Franse koning Lodewijk de Dertiende. Jacobus I maakte de aankomst van zijn schoondochter in Engeland niet meer mee. Hij overleed op 27 mei 1625, door weinig onderdanen betreurd.
Karel I (1625-1649) was 25 jaar toen hij zijn vader opvolgde. De protestanten in het land bezagen hem met een zekere argwaan, want Jacobus I had bepaalde afspraken met Richelieu gemaakt die in het voordeel waren van de rooms-katholieken. Maar Karel I probeerde daar onderuit te komen. Dat leidde in 1627 tot een oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Met de dood van de gunsteling Buckingham kwam er een einde aan de actieve buitenlandse politiek. Karel I kreeg moeilijkheden met zijn onderdanen en ook had hij voortdurend geldgebrek. Zijn vrouw ging hem steeds sterker be�nvloeden en dat pakte nadelig uit, want ze had zeer uitgesproken opvattingen over de koninklijke macht.
Met de drie parlementen die Karel I gedurende de eerste vier jaar van zijn regering bijeenriep, maakte hij ruzie. De afgevaardigden beklaagden zich over het gevoerde beleid, zowel ten aanzien van de binnenlandse politiek als de buitenlandse politiek. De koning, die verwacht had dat het parlement zijn verzoeken om geld zonder meer zou inwilligen, was diep verontwaardigd. Een door hem uitgeschreven lening leverde haast niets op.
Tenslotte begon Karel I belastingen te heffen die eigenlijk al lang verouderd waren. In de derde parlementszitting, die in 1628 plaatsvond, uitte hij zelfs dreigende taal. Het parlement liet dat niet op zich zitten en stelde een Petitie om Recht op. Daarbij werden arrestaties zonder reden, belastingheffingen en leningen zonder toestemming van het parlement verboden. Tegen heug en meug bekrachtigde Karel I de petitie. Daarna nam het parlement drie besluiten, die inhielden dat degene die vernieuwingen op godsdienstig gebied voorstelde of belastingen wilde heffen zonder toestemming van het parlement, een vijand was van het koninkrijk. Daarna stuurde de koning het parlement naar huis. Hij riep het de eerstkomende elf jaar ook niet meer bijeen. Al die tijd regeerde Karel I als een absoluut vorst. Daarin werd hij bijgestaan door de graaf van Strafford en William Laud. Laatstgenoemde was een hoge geestelijke, die een strak door het bisschoppelijk systeem geleide Anglicaanse kerk met het vorstelijk absolutisme wilde verbinden. In 1636 wilde Laud in Schotland een nieuwe liturgie invoeren, maar dat werd uitgelegd als het begin van de wederinvoering van het rooms-katholieke geloof. De Schotten kwamen hiertegen in opstand. Om deze opstand neer te slaan, had Karel I geld nodig en daarom riep hij eindelijk in 1640 het parlement weer bijeen. De zitting hiervan duurde slechts drie weken en men spreekt dan ook van het Korte Parlement. De koning wilde geld om oorlog te voeren, terwijl het parlement om een vreedzame regeling met Schotland vroeg. In november 1640 werd het parlement opnieuw bijeengeroepen. De openingsrede van koning Karel I werd zeer kritisch ontvangen. Dit keer slaagde het parlement erin zich negen jaar te handhaven. Dat was het Lange Parlement.
(foto : portret van Karel I Stuart)

 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer