W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Dier - algemeen

De vinken van Darwin

Het gebeurt wel eens, dat dieren bij toeval op een oceaaneiland terechtkomen. Als ze in leven blijven en nakomelingen krijgen, kunnen die op eilanden als de Galapagos Eilanden kiezen uit een groot aantal woongebieden, waar geen andere dieren voorkomen. Meestal ontwikkelen ze zich dan in een aantal verschillende richtingen zodanig, dat ze bepaalden leemten die er in de dierenwereld bestaan gaan opvullen, een verschijnsel dat men adaptieve radiatie noemt. Dat is ��n van de redenen waarom eilanden vaak een uniek dierenleven hebben. De Galapagos Eilanden geven hiervan wel een bijzonder mooi voorbeeld.
E�n van de dingen waarover Charles Darwin zich verbaasde toen hij in 1835 op de Galapagos Eilanden landde was, dat de vogels die hij er aantrof niet alleen verschilden met die van Zuid-Amerika, maar ook onderling. Zo was er bijvoorbeeld zoveel verschil tussen de spotlijsters van de eilanden San Christobal en Floreana, dat ze elk als een aparte soort moesten worden beschouwd. Toch lagen die eilanden nog geen honderd kilometer van elkaar vandaan. Er waren ook een heleboel kleine vinken die verspreid over de eilanden voorkwamen en die allemaal weer wat van elkaar verschilden.
Toen Darwin weer terug was in Engeland, maakte hij zijn studie van de Galapagos-vinken af en hij schreef : bij het zien van de schakeringen in kleur en de verschillen in bouw binnen ��n klein sterk verwante groep vogels, zou men werkelijk geneigd zijn te gaan denken dat er uit de oorspronkelijke armoede aan vogels in dit eilandenrijk ��n soort apart is genomen om daar voor verschillende doeleinden verschillende variaties van te maken.
Hoogstwaarschijnlijk waren de voorouders van deze vinken kleine Zuidamerikaanse vogels, die eeuwen geleden door de wind naar deze omgeving zijn gevoerd. Ze vestigden zich in de loop van tijd ook op andere eilanden, waar steeds een iets ander woongebied hen wachtte. Daar konden ze zich geleidelijk aanpassen en veranderen. Er waren immers geen andere vogels en roofdieren waardoor ze werden bedreigd of beconcurreerd. Zo komen er nu veertien soorten vinken voor op de Galapagos Eilanden en nog een andere soort op Isla del Coco, zo'n duizend kilometer meer naar het noordoosten.
Er zijn een heleboel overeenkomsten tussen deze vogels : ze hebben allemaal dezelfde saaie donkere kleur, ze bouwen hetzelfde soort overdekte nest en ze leggen dezelfde wit met roze gestippelde eieren. Maar in dit geval gaat het niet over de overeenkomsten, maar om de verschillen. Er zijn zes soorten grondvinken die zich, net als hun Zuidamerikaanse voorouders, voeden met zaden en vruchten. De snavels van deze vogels zijn verschillend van grootte. De vinken die de hardste zaden eten hebben de grootste snavels, beduidend groter dan de vogels die niet alleen zaden maar ook insecten op hun menu hebben staan. Omdat ze elkaar het voedsel niet hoeven te betwisten, kunnen verschillende soorten dan ook vredig naast elkaar leven.
Er zijn drie soorten boomvinken. Ze voeden zich met insecten, knoppen, vruchten en zaden. De plantenetende boomvink heeft een papegaaienbek : hij leeft van vruchten en knoppen. De spechtvink maakt gebruik van gereedschap en is daarmee ��n van de weinige vogels die dit doen. Hij voedt zich met de larven van in hout borende insecten. Omdat hij niet, zoals de specht, in het bezit is van een lange snavel en een lange tong, spiest hij zijn prooi vanonder de boomschors aan een cactusstekel die hij in zijn snavel houdt en die hij speciaal voor dit doel heeft geplukt. Het insectenvinkje heeft een smalle dunne snavel en leeft uitsluitend van kleine insecten.
Afgezien van de adaptieve radiatie komen op eilanden vaak nog twee andere typische verschijnselen voor : reuzengroei en het verlies van vleugels bij doorgaans gevleugelde wezens. Reuzengroei zien we bij de reuzenschildpadden van de Galapagos Eilanden, Aldabra Island, Tonga en de Seychellen. Het mooiste voorbeeld van vleugelloosheid vormt de inmiddels uitgestorven dodo van Mauritius, terwijl op de Galapagos niet-vliegende aalscholvers voorkomen. Overigens komt dit verschijnsel meestal voor bij insecten, die op de winderige eilanden minder snel naar zee worden geblazen als ze geen vleugels hebben.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer