Rubriek :
Dier - algemeen
De walvissen van Antarctica
In 1775 keerde James
Cook terug van zijn onderzoekingstocht in de poolwateren. Hij
vertelde over zee�n, waar het wemelde van walvissen en robben.
Dat was het startsein voor een enorme slachtpartij. Men vestigde
bases op de tot dat ogenblik ongerepte Antarctische eilanden en
begon een meedogenloze jacht op de dieren. Die jacht was echter
niets vergeleken bij wat er na 1900 gebeurde, toen men vooral de
walvissen met moderne methoden te lijf ging. De walvisvaarders
zijn uitgerust met radio- en sonorapparatuur. Sommigen hebben
zelfs helikopters of lichte vliegtuigen aan boord voor de
opsporing van de walvissen. De harpoenen zijn uitgerust met
explosieve koppen. Die gaan bij aanraking af en slaan enorme
gaten in de ongelukkige dieren. Bepaalde walvissoorten worden nu
beschermd. Verschillende in de Antarctische wateren levende
soorten lopen echter het gevaar uitgeroeid te worden. En dat
terwijl het walvisspek alleen gebruikt wordt voor luxe produkten
als gezichtscr�mes, schoonheidsmiddelen en zeep.
De
walvissen zijn de enige zoogdieren die zich volledig van het
land hebben losgemaakt. Dat blijkt wel uit het feit dat
walvissen die op een strand aan de grond raken, doodgaan. Men
ziet de walvissen niet op de kusten of op het pakijs van
Antarctica, maar alleen in het water bij of onder het ijs.
De blauwe vinvis is de grootste walvis ter wereld. Hij brengt de
zomermaanden door in de Arctische of Antarctische wateren.
Tijdens de winter verlaten de vinvissen de ijzige poolzee�n en
zwemmen naar warmer water in de buurt van de evenaar. De
walvissen hebben de poolwateren als zomerverblijf gekozen
vanwege de enorme hoeveelheden kleine kreeft-achtigen die er
leven. De walvisjagers noemden die diertjes 'krill'. Er is
genoeg om de blauwe vinvis, de bultrug, de Noordse vinvis en de
zuidkaper hun enorme magen te laten vullen. Toen er nog op de
blauwe vinvis gejaagd mocht worden, werd zijn maag wel eens per
ongeluk geraakt. Dan kon het gebeuren dat er meer dan een ton
krill over het dek van de walvisvaarder uitstroomde. Het lijkt
vreemd dat de blauwe vinvis, het grootste dier dat ooit heeft
bestaan, zo'n kleine prooi heeft. De bek en de keel van de
blauwe vinvis zijn helemaal ingesteld op het eten van krill en
zeer kleine visjes. Iets groters kan hij niet door zijn keel
krijgen. Dat komt doordat hij geen tanden heeft. De bek van de
blauwe vinvis is voorzien van grote balein-gordijnen. Het zijn
buitengewoon goed werkende zeven. De blauwe vinvis opent zijn
enorme bek en de krill stroom naar binnen. Vervolgens perst de
vis het water met zijn tong zijwaarts uit zijn bek. De
baleingordijnen houden de krill tegen.
Ook de zwaardwalvis (zie foto) leeft in de Antarctische wateren.
Zijn menu is heel anders samengesteld dan dat van de grotere
baardwalvissen. De zwaardwalvis voedt zich voornamelijk met
warmbloedige dieren zoals zeehonden en pingu�ns. Daarnaast eet
hij vis en inktvis. Hij is voor een walvis tamelijk klein. Hij
is zwart-wit gekleurd en scherp getekend. Achter zijn rug heeft
hij een grote vin, die lijkt op de rugvin van een haai.
Bovendien heeft hij een bek vol scherpe tanden. De zwaardwalvis
is de schrik van de door hem bewoonde zee�n. Ze jagen soms in
groepen en vallen dan zelfs dieren aan die groter zijn dan
zijzelf, bijvoorbeeld de blauwe vinvis. De zwaardwalvissen
bijten zich vast in de tong en de lippen van de vinvis en putten
hem tenslotte uit. Er gaan verhalen dat de zwaardwalvis mensen
heeft aangevallen en kleine boten tot zinken heeft gebracht. De
Britse ontdekkingsreiziger Robert F. Scott maakte in 1911 zijn
laatste expeditie naar Antarctica. Hij beschrijft in zijn
dagboek hoe een groep zwaardvissen ��n van zijn metgezellen van
het ijs af probeerde te jagen. Hij veronderstelt dat ze hem
wilden opeten. Een duiker heeft geschreven : tegen een aanval
van een zwaardwalvis is maar ��n middel ... wedergeboorte.
In gevangenschap lijkt de zwaardwalvis zijn agressieve
instincten te verliezen. Hij zwemt vredig naast zijn trainer.
Hij vindt het zelfs goed dat die op zijn rug zit of zijn hoofd
in zijn bek steekt.
Er zijn gevallen bekend dat zwaardwalvissen de mens bij de
walvisvangst hebben geholpen. Aan het einde van de negentiende
eeuw waren enkele walvisjagers bezig walvissen te vangen in de
Twofold Baai in Australi� (bultruggen en zuidkapers passeerden
die baai op hun jaarlijkse trek naar tropische wateren in het
noorden om zich voort te planten). Op een gegeven ogenblik hield
een groep zwaardwalvissen de walvissen tegen. De walvisjagers
konden hun slag slaan.