De
zadelrob
De
zadelrob behoort tot de familie van de Phocidae,
ofwel de echte zeehonden. Ze onderscheiden zich
van andere soorten door hun achterwaarts
gerichte vinpoten en onzichtbare oren. Orde :
Carnivora - geslacht : Pagophilus en soort :
Pagophilus groenlandicus.
Met zijn grote, droevige ogen en sneeuwwitte
vacht is het jong van een zadelrob een geliefd
onderwerp van talloze dierenposters. De
volwassen zadelrob heeft een donkere vacht, met
op zijn rug de typische vorm waar hij zijn naam
aan te danken heeft. Deze snelle, krachtige
zwemmer, die met het ijs mee migreert, wordt
door een dikke laag vet beschermd tegen de
vrieskou van de noordelijke oceanen.
Zadelrobben zijn trekdieren die de rand van het
pakijs volgen, al naar geland dit uitzet of
krimpt. De zomer brengen ze door in hun
voedselgebieden in de Noorderlijke Ijszee. Tegen
de herfst dijt het ijs uit naar het zuiden,
voorafgegaan door luidruchtige, sociale groepen
zadelrobben. Aan het einde van de winter
bereiken ze het noorden van de Atlantische
Oceaan, waar ze paren en ruien. Als het warmer
wordt en het ijs smelt, keren de zeehonden terug
naar de noordpool. Ze brengen veel tijd onder
het ijs door, waarbij ze via gaten naar boven
komen om adem te halen. Hun vijanden zijn de
haai, de orka en ... de
mens.
Van februari tot maart verzamelen tienduizenden
zadelrobben zich in hun zuidelijke
broedgebieden. Ze paren op het ijs en vaak
breken er gevechten uit tussen rivaliserende
mannetjes. Het bevruchte ei drijft zo'n vier
maanden vrij rond in de baarmoeder van het
vrouwtje, zonder zich, zoals bij de meeste
zoogdieren, direct in de baarmoederwand te
nestelen. De draagtijd duurt dan nog ongeveer
zeven en een halve maand. Tegen die tijd is het
vrouwtje terug gekeerd naar haar zomerse
broedgebied in de noordelijke wateren. Zonder
dit uitstel zou het jong op zee geboren worden.
Het vrouwtje krijgt ��n jong, dat ze maar zo'n
twaalf dagen zoogt. Het jong komt in deze tijd
drie keer zijn geboortegewicht aan. Zodra het
zogen stopt, moet het jong voor zichzelf zorgen
en paart het vrouwtje opnieuw.
De zadelrob eet vooral vis, met name kabeljauw,
lodde en haring. Ook eet hij schaaldieren zoals
krabben. Zadelrobben zijn stevige eters en omdat
ze iedere dag zoveel vis eten, wordt er al heel
lang door vissers jacht op hen gemaakt. Vooral
vrouwtjeszeehonden eten veel om energiereserves
op te doen voor het dragen en zogen van hun
jongen. De zadelrobjongen, die al op heel jonge
leeftijd gedwongen worden om onafhankelijk te
zijn, woeden zich met kleine schaaldieren,
krill, tot ze oud genoeg zijn om zelf vis te
vangen en te verorberen.
De populatie zadelrobben wordt geschat op vijf
miljoen. Hoewel dit een gezond aantal is, worden
er in Canada, Noorwegen, Rusland en Groenland
ieder jaar veel robben gedood voor hun vacht en
hun vlees. Natuurbeschermers beschuldigen de
zeehondenjagers van wreedheid, vooral tegenover
de jongen, die erg in trek zijn voor hun witte
vacht.
|