Zwemslangen
De term zwemslang wordt gebruikt
voor een aantal niet-verwante slangengroepen uit
verschillende delen van de wereld. Van de
soorten die bij handelaars verkrijgbaar kunnen
zijn, worden er hier drie genoemd.
Enhydris-soorten
Het Aziatische geslacht Enhyris met een aantal
erkende soorten bestaat uit waterdieren die
zelden op het land komen, behalve tijdens zware
regens, wanneer het omringende land overstroomd
is. De meeste zijn kleine bruine slangen met
gladde, glanzende schubben. In gevangenschap
kunnen ze min of meer als tropische vissen
worden gehouden; in een aquarium met een laag
water van verscheidene centimeters en met een
aquariumverwarming die op 27 graden Celsius
staat afgesteld. Er moet echter een droog
platform aanwezig zijn zodat ze uit het water
kunnen kruipen. U kunt een lamp ophangen
waaronder ze zich kunnen koesteren. Sommige
slangen lijken hier baat bij te hebben terwijl
andere zelden of nooit uit het water zullen
komen. Ze voeden zich met vis, kikkervisjes en
guppen.
Deze kleine waterslangen hebben met andere
Aziatische slangen gemeen dat ze vaak in slechte
conditie zijn wanneer ze aankomen en dan
moeilijk in leven te houden zijn. Afgezien van
de gebruikelijke verscheidenheid aan parasieten
en ziekten kunnen dieren onder stress last
krijgen van een schimmelziekte waarbij zich
grijze vlekken op de schubben vormen. Als ze hun
aanvankelijke kwetsbaarheid overwinnen, zijn
deze slangen interessante huisdieren. De
vrouwtjes baren kleine worpen van levende
jongen, die hun staarten rond waterplanten
wikkelen en roerloos in het water hangen terwijl
ze wachten totdat een vis van de juiste grootte
voorbij zwemt. Er zijn een paar kolonies die
regelmatig jongen produceren, maar er is weinig
informatie beschikbaar over wat ze nodig hebben
om zich met succes voort te planten.
Natrix-soorten
Het geslacht Natrix heeft een groot
verspreidingsgebied en bevat naast talloze
Aziatische ook drie Europese soorten. De status
van verscheidene van de eerstgenoemde is
enigszins twijfelachtig. In het algemeen leven
deze zwemslangen slechts voor een deel in het
water, en ze kunnen op dezelfde manier worden
gehouden als de kousebandslangen. Ze zijn in
gevangenschap echter lang niet zo succesvol en
vele hebben een dieet van tenminste een paar
amfibie�n nodig. Van de Europese soorten is
N.tesselata waarschijnlijk het meest en N.natrix
het minst geschikt. N.maura lijkt het tamelijk
goed te doen, maar wordt zelden gehouden. De
Aziatische soorten worden geplaagd door een
slechte reputatie vanwege hun slechte gezondheid
wanneer ze net ge�mporteerd zijn. Bovendien
behoren verscheidene van de zogenaamde
waterslangen uit Azi� tot de soorten met
giftanden achterin hun bek en hoewel ze
waarschijnlijk niet gevaarlijk zijn, kunnen ze
door de amateur het beste worden vermeden.
Nerodia-soorten
Amerikaanse zwemslangen worden tegenwoordig
ondergebracht in het geslacht Nerodia, terwijl
ze vroeger behoorden bij Natrix. Een andere,
kleine groep werd herdoopt tot Regina, maar
leden hiervan zijn voor slangenhouders weinig
interessant omdat ze zich voornamelijk voeden
met kreeften en andere schaaldieren. Van de
bekendere Nerodia-soorten doen de verscheidene
vormen van N.sipedon, N.erythrogaster en
N.cyclopion het in gevangenschap redelijk goed.
Ze zijn berucht om hun slechte humeur, maar
jonge en halfvolgroeide dieren worden snel tam.
Het zijn actieve slangen die een tamelijk groot
onderkomen nodig hebben, dat droog moet worden
gehouden. Nalatigheid heeft wondjes en blaren
tussen de buikschubben als gevolg, en dit kan
voor de slangen fataal worden. Ideaal is een
grote, gedeeltelijk bedekte waterbak waarin de
slangen zo nu en dan een bad kunnen nemen. Als
ze met levende vissen worden gevoed, kunnen deze
in de bak worden gelegd. De meeste exemplaren
zijn echter bereid dode vis te eten en dit maakt
hun verzorging een stuk gemakkelijker. Zoals bij
alle visetende slangen worden de hokken van
Nerodia's snel vuil en gaan stinken, dus moeten
ze regelmatig worden schoongemaakt. Deze slangen
moeten ook vaker gevoerd worden dan andere,
aangezien vis niet zo voedzaam is. Sommige
zwemslangen kunnen leren om dode knaagdieren te
eten, vooral als deze eerst met visslijm
geparfumeerd worden voordat ze in het hok worden
gelegd.
Een temperatuur van ongeveer 25 graden Celsius
met een temperatuurgradatie is voldoende. Als
fokken de bedoeling is, is er waarschijnlijk in
de winter een temperatuurverlaging nodig. Helaas
is er (in Amerika) weinig belangstelling voor
het fokken van deze soort, aangezien ze
gemakkelijk in het wild te vangen is en de vraag
klein is.
|