W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek :
Historische figuren

Cleopatra VII

Cleopatra VII (vermoedelijk Alexandri� 69 - aldaar 10 aug. 30 v.C.), koningin van Egypte, uit het Huis der Ptolemae�n, besteeg de troon in 51, samen met haar broer Ptolemaeus XIII, maar werd in 48 door haar regenten verdreven. Spoedig daarop, bij de komst van Caesar in Egypte, werd zij diens minnares; hij herstelde haar, nu samen met haar tweede broer, Ptolemaeus XIV, op de troon. Zij schonk Caesar een zoon, Caesarion (zomer 47), en volgde hem naar Rome, waar zij van 46 tot 44 verbleef. Na de moord op Caesar keerde zij naar Alexandri� terug en vergiftigde (naar men aannam) haar medekoning. In 41 ontmoette zij Marcus Antonius te Tarsus en werd diens minnares; na een tijd van verwijdering huwde hij haar in 37; zij schonk hem drie kinderen. Antonius huldigde haar bovenmate en legde door rijke schenking van titels en provincies de grondslag voor een groot oosters rijk. Het leed geen twijfel dat het uiteindelijk doel was de heerschappij over het gehele Romeinse Rijk met Alexandri� als hoofdstad. Toen het in 32 tot een definitieve breuk kwam tussen Octavianus en Antonius, verklaarde de senaat om propagandistische redenen (vermijding van het woord burgeroorlog) de oorlog aan Cleopatra. In de Slag bij Actium (31) vluchtte zij als eerste, nog v��r het pleit beslecht was, gevolgd door Antonius. Nadat zij nog getracht had ook Octavianus voor zich te winnen door zich te vernederen (persoonlijke ontmoeting op 8 aug. 30) pleegde zij zelfmoord.
Cleopatra was van zuiver Macedonische afkomst. Van de traditionele culturele 'apartheid' van de Ptolemae�n week zij slechts af doordat zij behalve haar moedertaal ook het Egyptisch (evenals vele andere oosterse talen) sprak, en doordat zij zich als Isis, als dochter van de zonnegod Re (zie Ra), liet vereren (Caesarion liet zij Horus noemen). Zij was een bijzonder intelligente en heerszuchtige vrouw. Haar liefdesaffaires met Romeinse voormannen dienden uitsluitend haar politieke ambities. Van de angst, de haat en ook de heimelijke bewondering die haar optreden bij de Romeinen opwekte, is Horatius (Oden I, 37) een welsprekende getuige.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer