W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Historische figuren

Titus Livius

Livius, Titus (Padua 59 v.C. - Rome 17 n.C.), Romeins geschiedschrijver, bevriend met keizer Augustus, beschouwde het als zijn levenstaak de geschiedenis van Rome te beschrijven, van de stichting van de stad tot aan zijn tijd, een ontzaglijk werk, dat hij in veertigjarige onafgebroken werkzaamheid heeft volbracht. Het werk, Ab urbe condita (= Sinds de stichting van de stad) getiteld, omvatte 142 boeken en liep tot aan de dood van Drusus in 9 n.C. Hiervan bleven bewaard de boeken 1-10 (tot 293 v.C.), 21-30 (Tweede Punische Oorlog, 218-201 v.C.) en 31-45 (Macedonische oorlogen tot 167 v.C.). Livius streefde niet naar het opsporen van de ware toedracht van de gebeurtenissen, maar hij wilde slechts zijn lezers het grootse verleden van Rome, dat van kleine stad tot wereldmacht was gegroeid, als spiegel voorhouden en tevens tonen hoe het Romeinse volk tot het zedelijk verval van zijn eigen tijd had kunnen geraken. Op deze wijze leverde hij als geschiedschrijver zijn aandeel aan het geestelijk reveil dat het programma vormde van de politicus Augustus. Zijn werk oogstte een zodanige bewondering bij tijdgenoten en volgende generaties, dat vrijwel alle oudere Latijnse geschiedwerken, waaruit Livius rijkelijk geput had (daarnaast vooral ook uit het werk van de Griek Polybius), in vergetelheid raakten en verloren zijn gegaan. Van de niet-bewaarde boeken kan men grotendeels de inhoud nagaan aan de hand van in de keizertijd gemaakte verkorte edities, Epitomae Livianae, die veel geraadpleegd zijn door latere schrijvers als Florus, Eutropius, Orosius, Julius Obsequens e.a.; tevens bleven bewaard de Periochae, die een zeer summier overzicht geven van de inhoud van ieder boek.
Het werk van Livius was gebaseerd op de traditie van de annalisten, schrijvers van jaarboeken. Hij heeft hun methoden overgenomen en verbeterd en op grond hiervan kan men hem beschouwen als de grootste en de laatste van de annalisten. Nieuwe wegen in de geschiedschrijving heeft hij echter niet gewezen. Als geschiedschrijver vertoonde hij vele tekorten, maar anderzijds bezat hij kwaliteiten die aan het werk zijn grote faam, niet in de laatste plaats als schoolboek, hebben gegeven. Hij was een goed verteller, een eigenschap die duidelijk naar voren treedt in zijn beroemde beschrijving van de Tweede Punische Oorlog (zie Punische Oorlogen). Hij maakte veel gebruik van redevoeringen, niet alleen om zijn personen te karakteriseren, maar ook meer dan eens om een politiek standpunt uiteen te zetten of een morele beginselverklaring af te leggen. Als stilist zette Livius de lijn van Marcus Tullius Cicero voort, maar dan op een persoonlijke wijze. Zijn taalgebruik wordt gekenmerkt door volheid en zuiverheid, in tegenstelling tot de stugheid en kunstmatigheid van Sallustius. In zijn uitdrukkingsvorm is de traditionele starre scheiding tussen de taal van het proza en die van de po�zie vervaagd. Livius heeft niet de pretentie gehad een geleerd werk te schrijven. Hij wilde veeleer een episch dichter in proza zijn, en hierin is hij zeker geslaagd, in het bijzonder in de eerste tien boeken.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer