De
aardbeikikker
Orde
: Anura - familie : Dendrobatidae - geslacht :
Dendrobates en soort Dendrobates pumilio. In
Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika
leven zo'n 170 verschillende soorten gifkikkers.
Rood betekent gevaar als het om de aardbeikikker
gaat. Deze dodelijke amfibie produceert ��n van
de sterkste giffen uit de natuur, terwijl zijn
flamboyante uiterlijk andere dieren waarschuwt
dat ze hem geheel op eigen risico eten. Er zijn
stammen die hun pijlpunten insmeren met het
giftige slijm van de huid van de kikker, zodat
hun pijlen uiterst effectief zijn.
Wetenschappers onderzoeken of het gif medicinaal
gebruikt kan worden. De aardbeikikker is ook
bijzonder door zijn verontwikkelde ouderlijke
zorg.
Hij is overdag actief. Zijn felrode huid glanst
dan als een duidelijke waarschuwing voor
roofdieren. Alleen de slang Leimadophis
epinephelus is immuun voor zijn gif. Dit
kikkertje, dat vaak het sieraad van het
regenwoud wordt genoemd, leeft aan het water in
bladafval en mos en op lage, overhangende
takken. De vochtige atmosfeer van het regenwoud
voorkomt dat zijn huid uitdroogt. Aardbeikikkers
zijn agressief en zeer territoriaal. Mannetjes
en soms ook vrouwtjes vechten met indringers. Ze
worstelen met hun achterpoten en dit kan zover
gaan, dat de dood erop volgt. Deze kikkers
begeven zich zelden ver van huis.
Deze felgekleurde en scherpziende kikkers voeden
zich met allerlei kleine insecten, die ze vangen
met hun lange, kleverige tong. De kikker zit
doodstil te wachten tot zijn prooi binnen zijn
bereik komt. Dan schiet zijn tong naar buiten om
het diertje te vangen. Elk passerend insect
wordt gevangen, en als het vies smaakt wordt het
weer uitgespuugd. Men vermoedt dat de
aardbeikikker in de natuur iets eet, wellicht
mieren, wat verantwoordelijk is voor de giffen
die in zijn huid worden geproduceerd. In
gevangenschap raakt de kikker zijn dodelijke gif
namelijk kwijt.
Het mannetje trekt een vrouwtje aan door haar te
roepen. Hij leidt haar naar een plek aan het
water, waar zij eitjes legt, die hij bevrucht.
Het vrouwtje controleert geregeld of ze nog
veilig en vochtig zijn. Als de eitjes bijna
uitkomen, stapt ze in het dril om de
kikkervisjes vrij te maken. Dan draagt ze er ��n
of twee tegelijk op haar rug naar een met water
gevulde boomholte of bromelia en laat ze elk op
een andere plek achter, zodat ze elkaar niet
kunnen opeten. Om hun voedsel van insectenlarven
aan te vullen, komt ze om de paar dagen langs om
een onbevrucht eitje te leggen. Dit doet ze drie
weken lang tot de jongen volgroeid zijn.
Hoewel ze nog overvloedig voorkomen, beginnen
aardbeikikkers te lijden onder de gevolgen van
hun snel inkrimpende leefgebied, het kappen van
grote delen van de Midden-Amerikaanse
regenwouden. Hun populariteit als exotisch
huisdier heeft ook tot sterke vermindering van
hun aantal geleid.
|