Rubriek :
Archeologie
Aardewerk
Aardewerk
is het materiaal dat men over de hele wereld het meest in
archeologische vindplaatsen aantreft en aan vele culturen is
gekoppeld. Door gewicht, omvang en breekbaarheid wordt het
meestal geassocieerd met nederzettingen en
landbouwgemeenschappen, waarvoor het opslaan van producten in
een reeks potten voor het eerst mogelijk was. Bij het
pottenbakken kent men drie fasen : het boetseren van de pot, het
decoreren (met ingekraste figuren, engobe en glazuur) en het
bakken zelf. De techniek van elke fase heeft zich door de jaren
heen ontwikkeld, maar het belangrijkste waren betere ovens met
hogere baktemperaturen. Glazuren en een betere baktechniek
maakten het aardewerk duurzamer. In de diverse gebieden
ontwikkelden techniek en stijl van het pottenbakken zich in een
verschillend tempo; daarin is het plaatsen van gevonden
potscherven binnen een bepaalde typologie voor een archeoloog de
eenvoudigste manier om een vindplaats te dateren.
Hoewel de eerste potten overal op een ander tijdstip
verschijnen, stamt het oudste aardewerk uit het Japan van zo'n
12.000 jaar geleden. Heel vroeg aardewerk, zoals deze kom uit de
Oekra�ne van 5.700 jaar oud (zie foto), werd heel eenvoudig
gemaakt door modder tot een homp klei samen te drukken en die
daarna uit te hollen tot men een komvorm kreeg. Dit leverde een
onregelmatige vorm en dikte op. De kom zal bij lage temperatuur
zijn gebakken - vermoedelijk in een kampvuur - zodat het
aardewerk niet bijzonder hard of duurzaam was.