Rubriek :
Historische figuren
Abraham Maslow
Maslow, Abraham
Harold (Brooklyn, New York, 1 april 1908 - Menlo Park, Calif., 8
juni 1970), Amerikaans psycholoog, behoort - met o.a. Gardner
Murphy, Carl Ransom Rogers en Gordon Willard Allport - tot de
pioniers van de zgn. humanistische psychologie, die zich vooral
afzet tegen het behaviorisme enerzijds en tegen de psychoanalyse
anderzijds. Maslow promoveerde in 1934 aan de universiteit van
Wisconsin en was van 1935 tot 1937 verbonden aan Columbia
University in New York. Daarna was hij associate professor aan
Brooklyn College (tot 1951) en vervolgens hoogleraar en
president van de psychologische faculteit van Brandeis
University. Hij kreeg tijdens zijn leven veel erkenning en was
o.m. voorzitter van de American Psychological Association.
1. Werk
Maslow geldt als een realistisch geori�nteerd
persoonlijkheidstheoreticus, die vooral zijn theorie van de
menselijke motivatie centraal stelde. Hij ontleende aan Kurt
Goldstein diens holistische benadering en beklemtoning van de
behoefte tot 'zelf-actualisering' van de mens. Voorts gaat het
bij Maslow ook om de onderlinge wisselwerking van en een
samenvattende visie op alle aspecten (lichamelijke en
psychische, individuele en algemeen menselijke, erfelijk
bepaalde en verworven factoren, primitieve en verfijnde,
'lagere' en 'hogere', goede en slechte strevingen), zodat zijn
visie op de mens holistisch-integratief wordt genoemd. In
Maslows theorie speelt de hi�rarchie van behoeftenbevredigingen
en van een rangorde van overheersende motieven en van waarden
een grote rol.
2. Betekenis
Maslow baseerde zijn theorie�n op slechts weinig
werkelijk onderzoek, meer op 'pilot studies' en o.a. op de
biografie�n van ca. vijftig zeer bekende, succesvolle
historische persoonlijkheden. Hoewel theoretisch vrij zwak, is
zijn werk in vele opzichten verfrissend geweest en inspirerend
voor een grondig en meer objectief onderzoek door een aantal
beoefenaars van de humanistische psychologie.