| 
												 
													Afrikaanse
															olifant 
															Groep : op het land levende
																zoogdieren 
															 
														
														
															 Ondanks
															zijn enorme, bedreigende afmeting is de
															Afrikaanse olifant meestal zachtaardig en
															sociaal. Een uitzondering hierop vormt de tijd
															waarin het mannetje bronstig wordt. Deze periode
															van verhoogde seksuele opwinding en agressief
															gedrag wordt gekenmerkt door afscheiding uit de
															klieren voor zijn oren. Een bronstige olifant
															kan maar beter met rust gelaten worden. 
															Olifanten zijn na ongeveer tien jaar
															geslachtsrijp, hoewel mannetjes pas na hun
															dertigste seksueel actief worden. In
															tegenstelling tot andere dieren kennen olifanten
															geen vaste paartijd. Wanneer een vrouwtje klaar
															is om te paren, ongeveer om de vier jaar, begint
															ze te grommen. Dit geluid wordt door olifanten
															uit de wijde omtrek opgevangen. Uit
															verschillende kandidaten kiest ze een geschikte
															stier. De paring verloopt snel en wordt
															verschillende malen herhaald. Na een
															zwangerschap van bijna twee jaar brengt de koe
															met de hulp van andere vrouwtjes een kalf ter
															wereld, in slechts dertig seconden. Het kalf
															begint gelijk te drinken en zal nog lang nadat
															hij aan vast voedsel begint door zijn moeder
															worden gezoogd. 
															Mannetjes leven graag op zichzelf. Ze zoeken
															vrouwtjes alleen op om te paren, en andere
															mannetjes om kort te foerageren. Vrouwtjes
															blijven graag bij elkaar. Een kudde bestaat
															meestal uit acht tot tien vrouwtjes en jonge
															mannetjes, waarbij het oudste vrouwtje
															domineert. De rest van de kudde bestaat uit
															nageslacht. Een belangrijk aspect van deze
															sterke familieband is de veiligheid. Jongen zijn
															kwetsbaar, maar de aanwezigheid van enkele
															sterke vrouwtjes is vaak genoeg om een leeuw af
															te schrikken. Als ze zo'n twaalf jaar oud zijn,
															verlaten de mannetjes de kudde om elders te
															foerageren. Op hun vijftiende zijn de meeste
															mannetjes onafhankelijk. 
															Olifanten consumeren zo'n 150 tot 200 kilogram
															voedsel per dag. Hun dieet bestaat uit gras,
															vruchten, hout, boombast en bladeren - vooral
															die van de acacia. Wanneer een olifant een
															smakelijk uitziende boom vindt, duwt hij deze
															eerste omver. Daarna trekt hij met zijn
															slagtanden de boomschors weg, zodat het zachte
															hout eronder te voorschijn komt. Met zijn slurf
															brengt de olifant vervolgens het voedsel naar
															zijn bek om het met zijn grote, geribbelde
															kiezen weg te kauwen. Volwassen olifanten
															drinken daarnaast nog eens zo'n tweehonderd
															liter water per dag. 
															Vroeger werd de Afrikaanse olifant vooral door
															stropers bedreigd. Tussen 1950 en 1990 werden
															meer dan vier miljoen olifanten om hun
															waardevolle slagtanden gedood. Toen de
															ivoorhandel rond 1990 onder internationale druk
															instortte, waren er nog zo'n 500.000 Afrikaanse
															olifanten over. 
															Momenteel worden olifanten uit hun leefgebieden
															verdreven om plaats te maken voor
															landbouwgronden. Doordat de kuddes in steeds
															kleinere reservaten bijeen worden gedreven,
															leven de dieren steeds dichter op elkaar en
															worden er soms olifanten afgeschoten.
														
													
											  |