| 
												 
													
														Afrikaanse
															slanghagedis 
													
													 
															 
														
													
													
														 De
														Feylinia cussori leeft in bossen en wordt 35 cm
														lang. 
														Deze gravende slanghagedis heeft een ietwat
														afgeplatte kop, die geleidelijk in het pootloze
														cilindervormige lichaam overgaat. Er zijn geen
														uitwendige gehooropeningen en de kleine oogjes
														worden beschermd door een doorzichtige schub.
														Men treft ze vaak onder rottend hout aan; het
														voedsel bestaat overwegend uit termieten, die op
														het gehoor worden opgespoord. 
														Het wijfje krijgt twee tot drie levende jongen.
														Volgens lokaal bijgeloof zou deze slanghagedis
														het lichaam van een mens kunnen binnendringen
														die, wanneer het dier het lichaam weer verlaat,
														sterft.
													
											  |