|
Deze
soort, die voorkomt in de Zwarte, Adriatische en
Middellandse Zee, wordt acht cm. lang. Het is een
prachtige vis met veel kleuren en een hoge rugvin. De
paaitijd valt in mei en juni en de eieren worden in
kleine holen gelegd. Het mannetje verwijdert het zand,
de algen en de schelpen en vervoert dit materiaal ver
dan de plek waar er gepaaid wordt. Deze vis blijft
altijd in de bij eb drooggevallen zone en laat zijn
eieren niet in de steek (die zouden kunnen verdrogen),
zelfs niet bij eb, of hij keert bij vloed direct terug.
Hij heeft een uitstekend richtingsgevoel; wanneer hij 50
meter van zijn nest wordt verwijderd, vindt hij het
binnen de 24 uur terug. Hij past zich gemakkelijk aan,
aan het leven in het aquarium. Hij is zeer nieuwsgierig
en eet graag schaaldieren en wormen; ook verorbert hij
kleine stukjes vlees en gevogelte.
|