Rubriek :
Ziekten en
aandoeningen overzicht
Aids en HIV
Wat is aids?
De term aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome,
ofwel Verworven Immuun Defici�ntie Syndroom.
Dit betekent dat het afweersysteem van de mens niet meer goed
functioneert. Het afweersysteem houdt normaal gesproken
infecties tegen.
A acquired: tijdens het leven opgelopen, dus niet ge�rfd
I immune: immuniteit - afweer(systeem), het natuurlijke systeem
in het lichaam dat beschermt tegen ziekten veroorzaakt door
bijvoorbeeld bacteri�n, virussen en schimmels
D deficiency: tekort, gebrek, verminderde functie
S syndrome: syndroom, ziektebeeld, de gezamenlijke
verschijnselen van een bepaalde ziekte
Wat is Hiv?
Aids wordt veroorzaakt door een virus: hiv. Hiv staat voor
Humaan Immunodefici�ntie Virus, ook wel aids-virus genoemd. Er
bestaan verschillende soorten hiv.
Het virus breekt het afweersysteem af. Het lichaam wordt
daardoor vatbaar voor allerlei infecties en bepaalde vormen van
kanker, waartegen het anders w�l bestand zou zijn.
Een hiv-test kan aantonen of iemand antistoffen tegen hiv in het
bloed heeft. Deze persoon is dan hiv-ge�nfecteerd, ook wel
seropositief genoemd. Iemand die seropositief is, hoeft niet
ziek te zijn. Op het moment dat zo iemand bepaalde ziekten
krijgt, kan een arts vaststellen dat iemand aids heeft. Hoe lang
het duurt voordat er klachten verschijnen, is heel wisselend.
Het kan na twee jaar zijn, maar ook langer dan tien jaar duren.
Dat is afhankelijk van de leeftijd waarop men de infectie
oploopt. Daarnaast spelen ook erfelijke factoren een rol en
mogelijk het soort virus waarmee men ge�nfecteerd wordt.
Sinds 1996 zijn er nieuwe medicijnen beschikbaar, die in
bepaalde combinaties de vermenigvuldiging van het hiv in het
lichaam remmen. Daardoor kunnen mensen met hiv langer ziektevrij
blijven en langer leven. De behandeling is zwaar en mensen
genezen niet, maar toch kan gesproken worden van aanzienlijke
vooruitgang.
Hoe wordt het Hiv-virus overgedragen ?
Onveilig seksueel contact
Iedereen die onveilig vrijt loopt risico op een infectie met hiv
of een andere seksueel overdraagbare aandoening. De kans op een
hiv-infectie is groter bij seksuele contacten met mensen uit
groepen waarbinnen aids veel voorkomt. Bijvoorbeeld mensen die
drugs spuiten, mannen met wisselende homoseksuele contacten en
mensen die afkomstig zijn uit gebieden waar aids veel voorkomt.
Het probleem is dat niet aan iemand te zien is of hij of zij tot
��n van deze groepen behoort. En lang niet iedereen weet of hij
of zij seropositief is. Ook dat is niet aan iemand te zien. Dit
betekent dus: veilig vrijen, zolang je niet zeker weet of je
partner ge�nfecteerd is.
Onveilige seksuele handelingen zijn:
Vaginale geslachtsgemeenschap zonder condoom (penis in vagina).
Anale seks zonder condoom (penis in anus).
Orale seks, waarbij sperma of (menstruatie)bloed in de mond
komt.*
Onderling gebruik van seksattributen, zoals een dildo, zonder
deze tussendoor schoon te maken.
* De concentratie hiv in vaginaal vocht en voorvocht is laag en
bovendien vermindert het speeksel de werking van het virus
waardoor de kans op een infectie met hiv bij orale seks, zonder
klaarkomen in de mond en buiten de menstruatieperiode,
verwaarloosbaar klein is.
Het inspuiten met eerder gebruikte naalden of spuiten bij
druggebruik
Je raakt niet ge�nfecteerd met hiv door drugs te gebruiken.
Personen die drugs spuiten en elkaars naalden en spuiten
gebruiken lopen wel risico, omdat in de naalden en spuiten
bloedresten achtergebleven kunnen zijn. Ook het (uit)lenen van
spuitattributen (zoals lepel, glas, water en watjes) en het
overhevelen van drugs van de ene naar de andere spuit geven
risico op besmetting. Het hiv-virus en andere virussen die
ziekten verwekken, kunnen zo in de bloedbaan terechtkomen.
Overdracht van een seropositieve moeder op het kind
Hiv kan worden overgedragen van moeder op kind tijdens de
zwangerschap of bevalling, als de moeder seropositief is. Na de
bevalling kan de moeder het virus overdragen via de
borstvoeding.
Behandeling met medicijnen van de moeder tijdens de zwangerschap
en andere voorzorgsmaatregelen bij de bevalling (keizersnede,
g��n borstvoeding geven) kunnen de kans op overdracht verkleinen
tot minder dan 2%.
Het gebruik van onveilige bloedproducten of bloedtransfusie met
besmet bloed
De kans om aids te krijgen door een bloedtransfusie is in
Nederland vrijwel uitgesloten. Sinds juli 1985 worden alle
bloeddonaties door testen gecontroleerd op antistoffen tegen hiv.
Besmet bloed dat deze antistoffen bevat wordt niet gebruikt.
Hetzelfde geldt voor andere Europese landen en de Verenigde
Staten. In ontwikkelingslanden wordt het bloed niet altijd
gecontroleerd.