Rubriek :
Historische figuren
Albert Einstein
Einstein, Albert (Ulm
14 maart 1879 - Princeton, N.J., 18 april 1955), theoretisch
fysicus, een van de grootste fysici aller tijden, vooral beroemd
geworden door zijn relativiteitstheorie. Deze theorie bracht
niet alleen een totale omwenteling teweeg in de fysica, maar had
door zijn nieuwe opvattingen over ruimte en tijd ook daarbuiten
enorme invloed.
Einstein was van geboorte Duitser, verwierf de Zwitserse
nationaliteit en studeerde aan de Technische Hogeschool te
Z�rich elektrotechniek. Van 1902 tot 1909 was hij werkzaam bij
de Octrooiraad te Bern; daarna was hij hoogleraar in de
theoretische fysica aan de Universiteit van Z�rich (1909-1911),
van Praag (1911-1912) en aan de Technische Hogeschool te Z�rich.
In 1913 werd hij gekozen tot lid van de Akademie der
Wissenschaften te Berlijn. In 1914 verkreeg hij weer de Duitse
nationaliteit en werd hoogleraar in de fysica aan de
universiteit te Berlijn (1914-1933) en directeur van het Kaiser
Wilhelm Institut f�r Physik. In 1920 werd hij ook bijzonder
hoogleraar te Leiden, feitelijk tot tegen de Tweede
Wereldoorlog, officieel tot in 1946. In 1933 bij het aan de
macht komen van de nazi's, deed Einstein, jood en zionist
zijnde, afstand van het Duits staatsburgerschap, trok zich terug
uit de Berlijnse Akademie en vestigde zich na een kort verblijf
in Belgi� en Engeland in de Verenigde Staten, waar hij
hoogleraar in de theoretische fysica werd aan het Institute for
Advanced Study te Princeton, N.J., tot zijn emeritaat in 1945.
In 1941 werd hij genaturaliseerd tot burger van de Verenigde
Staten.
1. Betekenis voor de wetenschap
In 1905, op 26-jarige leeftijd, publiceerde Einstein in
de Annalen der Physik drie artikelen, die elk voor zich van
fundamenteel belang zouden blijken te zijn: a. een artikel
waarin het foto-elektrisch effect verklaard werd. Einstein
stelde de hypothese der lichtquanten (fotonen) op, die thans een
van de grondslagen van de moderne atoomfysica is geworden. Voor
zijn verdiensten voor de theoretische fysica en speciaal voor
zijn ontdekking van de wet voor het foto-elektrisch effect werd
hem in 1922 de Nobelprijs voor natuurkunde voor 1921 toegekend;
b. een artikel waarin de brownbeweging theoretisch verklaard
werd. Hiermede leverde Einstein het definitieve bewijs voor de
juistheid van de kinetische gastheorie en voor het bestaan van
moleculen. c. een artikel getiteld Zur Elektrodynamik bewegter
K�rper, dat de grondslagen bevat van de speciale
relativiteitstheorie. Einstein werkte deze verder uit en
voorspelde enige effecten waaraan de theorie getoetst kon
worden.
In 1916 verscheen Die Grundlagen der allgemeinen
Relativit�tstheorie, die tevens een nieuwe gravitatietheorie
inhoudt. In populaire vorm beschreef hij zijn theorie�n in �ber
die spezielle und die allgemeine Relativit�tstheorie (Ned. vert.:
Relativiteit, speciale en algemene theorie, 1978). Vanaf 1929
werkte hij aan een algemene veldtheorie, die zwaartekracht- en
elektromagnetische effecten tot ��n systeem zou moeten
verbinden.
Ook op vele andere gebieden van de fysica leverde Einstein
belangrijke bijdragen. Genoemd worden hier slechts zijn werk
over soortelijke warmte, emissie en absorptie van straling,
viscositeit, de Bose-Einstein-statistiek en de grondslagen van
de quantummechanica.
2. Einstein en de maatschappij
Toen in 1939 enkele Amerikaanse fysica het plan opvatten
de kernbom te ontwikkelen, verzochten zij Einstein als
gezaghebbend fysicus een brief te schrijven aan president
Roosevelt en deze te wijzen op de mogelijkheden van de
kernsplijting voor het ontwerpen van een militair wapen. Dit
werd inderdaad de aanleiding tot de fabricage van de kernbom. Na
de verwoesting van Hirosjima in 1945 werd Einstein een militant
voorvechter voor internationale vrede. Hij was een leidende
figuur van de Liga f�r Menschenrechte en een actief zionist.
Als mens was Einstein idealist, gekant tegen alle vormen van
autoriteitsdwang en militarisme; op godsdienstig gebied
vrijdenker. Zijn grote populariteit was mede te danken aan zijn
sociale bewogenheid, integriteit, eenvoud, humor en
beminnelijkheid.