Rubriek :
Historische figuren
Alfred de Grote
Alfred de Grote (Wantage,
Wessex, 848 of 849 - 26 okt. 899), koning van Wessex, vierde
zoon van koning Aethelwolf, volgde zijn broer Aethelred op, die
in 871 in de strijd tegen de Denen sneuvelde. Alfred kon voor
korte tijd vrede sluiten met de Denen, die echter enkele jaren
later hun aanvallen opnieuw inzetten, waarna Alfred hen in 878
in Edington (Wilts.) versloeg. De Deense koning Guthrum en 29
van zijn vazallen lieten zich zelfs dopen: dit zou de vrede van
Wedmore (878) zijn, waarover nochtans geen document is bewaard
gebleven. Hoewel de noordoostelijke helft van Engeland in handen
bleef van de Denen (de latere Danelaw), was het gevaar voor een
Deense overheersing voorgoed afgewend. Alfreds militaire
successen waren grotendeels te danken aan een legerhervorming
waarbij het Angelsaksische leger (fyrd) in twee contingenten
werd verdeeld die elkaar aflosten. Het zijn echter vooral de
wijze waarop hij de bestuurlijke, rechterlijke en economische
wederopbouw van zijn koninkrijk doorvoerde, alsmede zijn
culturele activiteit, die Alfred de kwalificatie 'de Grote'
bezorgden. Evenals Karel de Grote stichtte hij een hofschool,
waarheen hij leermeesters aantrok, zoals Asser, een Kelt uit
Zuid-Wales, die zijn biograaf werd.
Van grote literaire betekenis zijn Alfreds eigen bijdragen tot
zijn nationaal opvoedend programma, waardoor hij in zijn rijk
een herleving, te vergelijken met de Karolingische renaissance
op het continent, in het leven riep. Zelf een pionier onder de
Oud-Engelse prozaschrijvers, vertaalde hij, door vier geleerden
geholpen, de Cura pastoralis (= zielzorg) van Gregorius de Grote
(waarvan vnl. de zelfstandige Voorrede beroemd is), voorts
(misschien) de Historiae adversus paganos van Orosius (met eigen
aanvullingen over Scandinavi� en Noord-Duitsland van zijn tijd)
en, op vrijer wijze, De consolatione philosophiae van Boethius
en een bloemlezing uit de Soliloquia van Augustinus. Ook
stimuleerde hij een verkorte Engelse versie van Beda's Historia
ecclesiastica, een verzameling van wetten van de Angelsaksen en
bevorderde de verspreiding van de Anglo-Saxon chronicle.