De
Amerikaanse alligator
Orde
: Crocodylia - familie : Alligatoridae -
geslacht : Alligator en soort : Alligator
mississippiensis. Er zijn twee soorten alligator
en vijf soorten kaaiman die verwant zijn aan de
onderfamilie van de alligator.
Met zijn massieve kaken, vlijmscherpe tanden en
lange, krachtige staart is de Amerikaanse
alligator een geducht jager. Als lid van de
krokodillenfamilie, die bestaat sinds de
dinosauri�rs, bewoont hij het zuidoostelijk
gebied van Noord-Amerika. Hij komt voornamelijk
voor in zoetwatermoerassen, rivieren en
afvoerkanalen. Spaanse zeelui waren de eerste
westerlingen die het dier zagen en zij noemden
hem el largato, ofwel hagedis, wat later
allagarter werd.
Bij koud weer hebben alligators een slaapperiode
waarin ze grotendeels inactief zijn. In die tijd
rusten ze onder water, begraven zichzelf in de
modder of graven een hol voor zichzelf. Een
alligator zal vaak een plek in de modder
vrijmaken met zijn mond en klauwen, en daarna
met zijn gespierde staart en lijf slaan om een
ondiep gat te maken dat krokodillenhol wordt
genoemd. Dit vult zich in het natte seizoen met
water en blijft water vasthouden nadat het
gestopt is met regenen. Tijdens droogtes
verschaffen deze alligatorholen watervoorraden
die van levensbelang zijn, niet alleen voor
alligators, maar ook voor vele andere
waterdieren. Een slimme alligator zal soms een
verborgen hol of gat maken in de modder van wel
zes meter diep, voordat hij een kleine kamer
uitgraaft aan het eind. Dit gezellige hol wordt
dan een prettig onderkomen voor de alligator
tijdens droge en koude seizoenen.
Ooit leefden ze wijdverspreid langs de Golf van
Mexico en aan de Atlantische kust tot aan
Noord-Carolina, maar kwamen ook voor op de
Mississippi. Er werd op ze gejaagd vanwege
voedsel en als sport, en van hun huiden werden
luxe schoenen en tassen gemaakt. Tegen 1967 was
de soort zo zeldzaam geworden dat hij als
bedreigd bekend stond.
Wanneer de paartijd begint in april, brullen
mannetjesalligators om vrouwtjes aan te trekken
en rivalen af te schrikken. Het paringsritueel
omvat aanraking, wrijven en bellenblazen. Een
mannetje kan paren met tien of meer vrouwtjes.
Na het paren bouwt het vrouwtje een verhoging
van modder en vegetatie van ongeveer ��n meter
hoog en twee meter breed. Ze legt veel witte,
leerachtige eieren in een hol en bedekt ze
daarna met de vegetatie om ze warm te houden.
Wanneer de jongen klaar zijn om uit te komen
gillen ze op hoge toon. De wachtende moeder legt
de eieren dan bloot zodat de jongen eruit kunnen
komen. De jongen blijven nog minstens een jaar
in de buurt van hun moeder, samengebracht in
kleine groepen die cr�ches worden genoemd.
Alligators jagen meestal 's nachts in het water,
zoekend naar kleine zoogdieren, vissen, slangen,
kikkers, vogels en schildpadden. Hoewel grote
mannetjes af en toe op honden, varkens of vee
jagen, vallen ze zelden mensen aan. Omdat ze
geen eten kunnen kauwen, slikken ze kleinere
dieren helemaal in.
|