W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Plant - algemeen

Anjer

De plantenfamilie Caryophyllaceae van de Tweezaadlobbigen. De soorten zijn in hoofdzaak kruidachtige planten, ook wel halfheesters met enkelvoudige, overwegend tegenoverstaande bladeren, soms met, soms zonder steunbladen. De bloeiwijze is verschillend van uiterlijk, maar altijd opgebouwd uit cymeuze deelbloeiwijzen (vaak dichasi�n). De tweeslachtige, straalsgewijs symmetrische bloemen zijn bijna altijd vijftallig. Ze hebben kelk en kroon, of een bloemdek, en er zijn een of twee kransen van meeldraden. Het vruchtbeginsel is bovenstandig (ook wel halfonderstandig) en meestal eenhokkig met vele zaadknoppen op een centrale zaaddrager. Ook dan zijn echter aan de basis van het vruchtbeginsel vaak onvolkomen tussenschotten nog zichtbaar, zodat men bij de verklaring van de centrale zaaddrager vaak uitgaat van een meerhokkig vruchtbeginsel waarvan dan de tussenschotten �verdwenen� zijn, dwz. tijdens de ontwikkeling van de bloem niet meer worden gevormd. De vrucht is meestal een doosvrucht, ook wel een nootje, zelden een bes; de zaden bevatten perisperm. Vaak wordt de rijpe vrucht door de blijvende kelk omhuld. (foto links : kartuizer anjer)

Soorten en verspreiding
De familie omvat ca. 2000 soorten, verdeeld over ca. 80 geslachten. De geslachtsgrenzen zijn vaak tamelijk vaag en er bestaat dan ook geen eenstemmigheid over de indeling. Kenmerken van stamper en vrucht (aantal onvolkomen tussenschotten, aantal stijlen, aantal vruchtkleppen) spelen een belangrijke rol bij de geslachtsomgrenzing. Het woongebied omvat vrijwel de gehele wereld, maar het centrum van ontwikkeling ligt op het noordelijk halfrond. Het Middellandse-Zeegebied is zeer rijk. Vaak worden er drie onderfamilies onderscheiden die ook wel als afzonderlijke families worden opgevat. De onderfamilie Paronychioideae (ca. 200 soorten) heeft steunbladen en veelal een bloemdek, soms kelk en kroon; de onderfamilie Alsinoideae (ca. 750 soorten) heeft geen steunbladen, de bloemen hebben meestal een vrije of kort-vergroeide kelk en een kroon; de grootste onderfamilie, Silenoideae, heeft geen steunbladen, maar verschilt door de tot een buis vergroeide kelkbladen. Bij deze groep komt een �bijkroon� nogal eens voor.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer