W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Slangen
 

De Arizona-bergkoningsslang

De Arizona-bergkoningsslang of Lampropeltis pyromelana is een bergbewoner die alleen wordt aangetroffen in een paar ge�soleerde bergketens in Arizona, Utah, Nevada en in New Mexico en in de aangrenzende delen van Mexico. Het is een slanke, driekleurige koningsslang met een heldere, oranjerode grondkleur die wordt onderbroken door zwart-wit-zwarte ringen. Ze heeft een witte snuit. Er bestaat variatie in de omvang van de zwarte banden en een aantal vormen heeft ondersoortnamen gekregen, maar deze benamingen worden niet consequent toegepast en zijn mogelijk niet geldig. In de regel is de L.p.pyromelana een vorm waarbij de rode gedeelten compleet zijn, wat betekent dat ze op de ruglijn niet door zwart onderbroken worden, terwijl L.p. woodini vele triades heeft waarbij het zwart het rood op de flanken verdeeld in twee wigvormige vlakken. Tussenvormen komen dikwijls voor. Een derde ondersoort, L.p. knoblocki, waarbij de witte banden op de flanken breder zijn dan op de rug, is beschreven als voorkomend in Mexico. L.p. infralabialis is een zeldzame ondersoort uit Utah.
De algemene verzorging en fok zijn zoals voor de soort werd beschreven. Dit is een schuwe soort die vanwege het koude bergklimaat in het wild gedwongen is een hibernatie van vele maanden te ondergaan. In gevangenschap weigert de slang na de zomer vaak te eten en moet dan afgekoeld worden. In ieder geval leidt het nalaten ervan tot onbevruchte eieren. Jonge slangen kunnen in de winter actief blijven, waardoor ze sneller groeien, maar voor deze soort is het ongebruikelijk om binnen drie jaar geslachtsrijp te zijn.
De vrouwtjes produceren kleine legsels van gemiddeld drie tot zes langwerpige eieren. Bij 28 graden Celsius komen deze na ongeveer 65 dagen uit en de broedlingen zijn dan ongeveer 25 cm lang. Gewoonlijk nemen ze pasgeboren muizen aan, maar soms moeten deze eerst een hagedissengeurtje krijgen. Ze houden ervan om in een besloten ruimte te eten, zoals een kleine verstopdoos, en een weigering om te eten kan vaak veroorzaakt worden doordat ze gehuisvest zijn in een te groot hok, waar ze zich nergens kunnen terugtrekken. Vanwege de korte periode van activiteit produceert het vrouwtje zelden een tweede legsel. Dit wordt echter gecompenseerd door hun lange levensduur. Sommige exemplaren blijven zich voortplanten totdat ze vijftien jaar of ouder zijn.


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer