Rubriek : De
mens - algemeen
Athene
In Griekenland waren
er twee stadstaten die niet een klein gebied besloegen, maar een
heel landschap. De ene was Sparta en de
andere was Athene (zie foto). Deze stad lag in Attica, een
gebied dat ongeveer zo groot was als de Nederlandse provincie
Noord-Holland. In het begin werd Athene door een koning
geregeerd, maar in de zevende eeuw voor Christus kwam daar een
aristocratie of adelsregering voor in de plaats. Het Atheense
volk was er niet echt gelukkig mee, want het regime was hard en
onrechtvaardig. In de politieke onrust die daarop volgde, kwam
de krachtige figuur van Draco naar voor. Hij liet, om aan
willekeur een einde te maken, het recht en het strafrecht
optekenen. Dit geschreven recht bood zeker voordelen, maar de
adel behield evenwel zijn bevoorrechte positie. De kleine boeren
moesten hoge pachten opbrengen, en als ze dat niet konden,
vervielen ze tot slavernij. Maar ook zij die niet in de landbouw
werkten, konden tot slavernij vervallen als ze een schuld niet
betaalden. De hardheid van Draco's wetgeving was zo groot, dat
wij nu nog een stelsel van harde wetten of maatregelen
'draconisch' noemen.
De wetgeving van Draco bood dus eigenlijk nog geen oplossing en
daarom vroegen de Atheners als in 594 voor Christus aan de wijze
edelman Solon of hij als vredestichter wilde optreden. Hij kwam
met nieuwe wetten, waardoor een vrije Attische burger nooit meer
in schuldslavernij kon geraken. De bestaande schulden van de
arme mensen werden verlaagd of er werd een andere regeling
getroffen. De staatsmacht behoorde niet langer alleen aan de
adellijke grondbezitters, maar kwam alle burgers toe, al naar
gelang hun rijkdom. Rijke burgers moesten belasting betalen en
als zwaargewapenden in het leger dienen. Zij alleen immer konden
een dure wapenuitrusting betalen. Slechts de rijke burgers
mochten de staatsambten bekleden. Aan de arme mensen was door
Solon echter niet voorbijgegaan. Zij moesten, als dat nodig was,
op de vloot of als lichtgewapenden in het leger dienen. Verder,
en dat was nog belangrijker, mochten ze in de Volksvergadering
stemmen over de wetsvoorstellen en ook over oorlog en vrede.
Tevens mochten ze de ambtenaren kiezen. De Volksvergadering werd
gevormd door alle vrije, volwassen mannelijke burgers van
Athene. Vrouwen en kinderen, slaven en vreemdelingen waren ervan
uitgesloten.
Terwijl op deze manier de democratie of volksregering werd
opgebouwd, wist er toch nog een tiran, Pisistratus, aan de macht
te komen. Zijn zoon, die hem opvolgde, trad hard en willekeurig
op. De Atheners namen dat niet en verjoegen de dwingeland.
Daarna werd het 'ostracisme' of schervengericht ingesteld. Dit
hield in dat iedereen in een geheime stemming de naam van een
persoon die hij ervan verdacht tiran te willen worden, in een
potscherf mocht krassen. Als op de ingezamelde scherven een naam
zeer vaak voorkwam, werd diegene om wie het ging voor tien jaar
uit de stad verbannen.
Deze gang van zaken werd ingesteld door Clisthenes om de
democratie veilig te stellen. Deze staatsman nam daartoe
trouwens nog meer maatregelen, zoals het terugdringen van de
macht van de ambtenaren ten gunste van de Volksvergadering.
Sinds Solon ging de welvaart van Athene in aanzienlijke mate
vooruit. Vooral de aardewerkindustrie, maar ook de handel en de
scheepvaart kwamen tot bloei. Hier was dus sprake van
ontwikkeling en vooruitgang, in tegenstelling tot Sparta. In
Athene werd ook het staatsbestel steeds democratischer, en dat
stond evenzeer in tegenstelling tot de verstarde
aristocratische regeringsvorm van Sparta. Tenslotten zouden
beide staten ook militair tegenover elkaar te komen staan.
De beschermgodin van de stad Athene was Pallas Athene. Meestal
werd zij afgebeeld met schild en speer en met een helm achter op
het hoofd geschoven. Ze was de godin van de wijsheid. Volgens de
Grieken was ze in volle wapenuitrusting uit het hoofd van Zeus
geboren. Homerus noemde haar altijd de 'Uilogige' Athene. Heel
vroeger werd de uil als een godheid aanbeden, maar langzamerhand
kreeg die een menselijke gestalte. Maar de uil bleef met de
godin verbonden.
Pallas Athene werd niet alleen in de stad Athene vereerd, maar
in heel Attica en zelfs daarbuiten. Korinthe en Argos, om maar
enkele andere plaatsen te noemen, schatten haar evenzeer hoog.
Tussen de zeegod Poseidon en Pallas Athene zou in het verre
verleden om de voornaamste positie in Attica gestreden zijn,
niet met geweld van wapenen, wel met weldaden. Poseidon schonk
Attica het paard en een zouthoudende bron, en Pallas Athene deed
een olijfboom ontspruiten uit de grond. En daarmee had de godin
gewonnen, want met een paard kon men in het rotsachtige
Griekenland weinig beginnen, maar de olijfboom leverde de
kostbare olie, die voor allerlei doeleinden werd gebruikt.
Pallas Athene werd voortaan in heel Attica de meeste eer
deelachtig. Te harer ere werd in de vijfde eeuw op de heuvel
Acropolis een grote tempel gebouwd, het Parthenon.
De naam van de tempel was afgeleid van de godin Athene Parthenos,
de Maagd Athene, want deze godin bleef, koel verstandelijk als
ze was, ongehuwd. De cella, het eigenlijke heiligdom waar de
godin geacht werd te vertoeven, was door ruim tien meter hoge
zuilen omgeven. In de lengte ervan stonden zeventien zuilen en
in de breedte acht zuilen. Binnen de cella, die het volk niet
mocht betreden, stond een groot beeld van de godin, dat de
beroemde beeldhouwer Phidias uit goud en ivoor had vervaardigd.
Dezelfde kunstenaar had van de godin ook een groot bronzen beeld
gemaakt, dat elders was opgesteld, zodanig dat de zeelieden
reeds de glinsterende speerpunt konden zien, wanneer ze kwamen
aanvaren van de zuidkaap van Attica.
Citytrip athene