Rubriek :
Historische figuren
August van Cauwelaert
Cauwelaert, August
van (O.-L.-Vrouw-Lombeek 31 dec. 1885 - Antwerpen 4 juli 1945),
Belgisch Nederlandstalig schrijver, broer van de politicus Frans
van Cauwelaert, studeerde rechten in Leuven, waar hij een
geziene figuur in de studentenbeweging was, vestigde zich als
advocaat te Antwerpen en was er sinds 1922 rechter. Hij
debuteerde met tere po�zie, die diepgaande invloed van Van de
Woestijne vertoont. In 1914 nam hij dienst als vrijwilliger,
twee jaar later werd hij zwaar gewond. Uit zijn smartelijke
oorlogsbelevenis ontstonden de Liederen van droom en daad
(1918), waarin de beste gedichten voorkomen die in Vlaanderen
door de Eerste Wereldoorlog werden ge�nspireerd. Hij vond daarna
zijn eigen geluid in Liederen voor Maria (1924) en bracht het
tot ontwikkeling in Liederen van deemoed (1938) en Verzen van
het leven en de overvaart (1940), harmonieuze, meditatieve
stemmingskunst van een innig religieus gemoed, dat zijn eenvoud
en zijn rust dankt aan de loutering door het leed. Als schrijver
van verhalend proza is hij met in 1920 gepubliceerde
hoofdstukken uit Het licht achter den heuvel (1929) te
beschouwen als voorloper van het dynamische, vitalistische
proza, dat Walschap en Zielens ongeveer tien jaar later ingang
deden vinden. Op zijn best is de proza�st in Harry (1934) en in
enkele verhalen met meestal volkse inslag. In het literaire
leven heeft Van Cauwelaert een belangrijke rol gespeeld sedert
hij in 1924 van Persyn de leiding van Dietsche Warande en
Belfort overnam, dat hij tot aan zijn dood in een geest van
'Roomse ruimheid' dirigeerde.