De
Aziatische spreeuw
Orde
: Passeriformes - familie : Sturnidae - geslacht
: Verschillende en soort : Verschillende.
Aziatische spreeuwen zijn leden van de familie
der Sturnidae of spreeuwen, zwaar gebouwde
vogels met stevige, gepunte snavels.
Deze lawaaierige, babbelzieke vogels zijn het
bekendst om hun imitaties en hun vermogen om het
geluid van anderen na te bootsen. Wat het
imiteren van de menselijke spraak betreft is de
grote beo een ware kampioen. De verschillende
soorten spreeuwen eten en slapen meestal in
groepen en men treft ze in grote delen van Azi�
aan, de gewone spreeuw zelfs tot in Frankrijk en
Georgi�.
Als de grote beo niet in zijn bos- en
heuvelrijke leefgebied aan het vliegen is, zit
hij in de bomen en beweegt zich van tak naar tak
met een reeks zijwaartse sprongetjes. Andere
spreeuwsoorten leven in open, dunbebost of
gecultiveerd gebied, tot in dorpen en steden
toe. Deze bewegen zich met een vlot loopje over
de grond. Spreeuwen blijven levenslang bij
elkaar en sommige paren isoleren zich en
schermen hun broedterritorium af. Nestelende
spreeuwen blijven liever ver van andere
spreeuwen vandaan en bouwen hun nesten soms op
een kilometer van elkaar.
Als de paartijd aanbreekt laat het vrouwtje dat
aan het mannetje weten door haar staart heel
snel op en neer te bewegen. Ze zoeken een holte
in een boom uit, op drie tot soms meer dan
twaalf meter boven de grond, met een kleine
ingang. Ze vullen de holte met twijgjes,
bladeren en veren, waarna het vrouwtje twee tot
drie bruingespikkelde eitjes met een lichte,
groenblauwe kleur legt. Hoewel beide vogels op
de eitjes zitten, broedt het vrouwtje vaker dan
het mannetje. Beide ouders voeden de jonge
vogels, die het nest na ongeveer een maand
verlaten.
In het noordoosten van India wordt op de grote
beo gejaagd voor voedsel. Ook verlies van
leefgebied door het kappen van bos maakt hem
kwetsbaar. Maar wat hem het meest bedreigt, is
zijn imitatietalent. Door zijn imitatie van de
menselijke stem zijn een aantal ondersoorten erg
in trek als sprekend huisdier, meer nog dan
sommige papegaaiensoorten. Ook op de ernstig
bedreigde Balispreeuw wordt illegaal jacht
gemaakt voor vogelkooien. In 1999 waren er in
het wild nog maar twaalf van over.
Aziatische spreeuwen eten voornamelijk bessen,
zaden en rijpe vruchten, met name vijgen. Als de
vogel eet en poept, laat hij een aantal zaden
van de vruchten en bessen vallen, waardoor hij
ook zorg draagt voor de verspreiding van bomen
en struiken en voor het behoud van het woud. Hij
eet niet alleen fruit, maar drinkt ook nectar
uit bloemen en verorbert soms insecten, die hij
met zijn snavel van het gebladerte pikt. Ook is
hij dol op gevleugelde termieten, die hij in het
voorbij vliegen uit de lucht plukt.
|