| 
													Aziatische
															zwarte beerGroep : op het land levende
																zoogdieren
 
 
  Hij
															lijkt lief en knuffelbaar, maar de Aziatische
															zwarte beer kan angstaanjagend agressief worden,
															vooral wanneer hij schrikt. Hij bewoont
															tropische regenwouden en bladverliezende
															eikenbossen, vooral in heuvelachtig en
															bergachtig landschap. Buiten de paartijd komen
															volwassen beren zelden bij elkaar. Als er ��n in
															het leefgebied van een ander naar voedsel zoekt,
															wordt hij snel verjaagd. Deze intelligente beer
															wordt vaak gevreesd en opgejaagd door mensen en
															geniet weinig bescherming. Hij is niet kieskeurig met eten. Zijn voedsel
															bestaat voornamelijk uit fruit, bamboescheuten,
															bladeren, zaden en grassen, maar ook honing en
															insecten versmaadt hij niet. In de herfst slaat
															de beer vetreserves op voor de winter door zich
															vol te proppen met eikels, beukennoten en andere
															noten. Deze beer eet ook vlees, en in India en
															Tibet doodt hij soms schapen en geiten. Met zijn
															gemiddelde grootte voor een beer, is hij in
															staat grote dieren te grijpen zoals buffels. Hij
															doodt ze door hun nek te breken.
 Goed kunnen klimmen is zeer belangrijk voor de
															overleving van de Aziatische zwarte beer.
															Hierdoor kan hij buiten bereik blijven van
															roofdieren zoals tijgers en wolven. De helft van
															de uren die hij wakker is brengt hij door in de
															boomtoppen waar hij kan reiken naar energierijk
															voedsel zoals fruit en noten die te hoog hangen
															voor de wilde varkens, bruine beren en andere
															concurrenten. In warmere delen van zijn
															leefgebied is de zwarte beer het hele jaar door
															actief, maar in koudere gebieden trekt hij zich
															terug in een holle boom, hol of grot om te
															overwinteren. Tijdens zijn winterslaap werkt het
															lijf van de beer maar deels op zijn normale
															niveau, en schommelt zijn temperatuur tussen de
															drie en de zeven graden Celsius. In slapende
															toestand krijgt de beer de benodigde energie
															door zijn vetreserves af te breken.
 De paartijd zorgt voor zeldzaam contact tussen
															volwassen beren. Tijdens de hofmakerij houden
															mannetjes en vrouwtjes schijngevechten en maken
															ze vreemde klokkende geluiden. Na het paren gaat
															het mannetje weg. Het vrouwtje werpt in haar
															winterhol als ze een winterslaap houdt of in een
															speciaal gemaakt geboortehol. De jongen blijven
															ongeveer twee jaar bij hun moeder. Wanneer ze
															klaar zijn om op hun eigen benen te staan, jaagt
															de moeder ze gewoonlijk weg.
 In veel delen van Azi� is er groot verlies aan
															leefgebied omdat het land gebruikt wordt voor
															landbouw, houtplantages en bewoning. Daardoor
															wordt het moeilijker voor de beer om eten te
															vinden en neemt hij zijn toevlucht tot het roven
															van ma�soogsten, vee en het eten van de bast van
															plantagebomen. Vele worden dan ook gedood door
															boze boeren. Duizenden andere beren worden elk
															jaar gedood om hun lichaamsdelen, zoals de
															galblaas, die hoog aangeschreven staat in
															traditionele Chinese medicijnen, en de poten,
															die een delicatesse zijn in sommige Aziatische
															landen. Er bestaat in de meeste delen van zijn
															leefgebied helaas geen wettelijke bescherming.
 |