Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Balsemwormkruid
Chrysanthemum
majus.
Het balsemwormkruid komt uit Voor-Azi� en is een overblijvende
plant die in onze tuinen goed overwintert. De bladeren worden
bijzonder groot wanneer de grote, vertakte bloemstengel wordt
afgesneden. De plant laat zich gemakkelijk vermenigvuldigen
wanneer in het voor- of najaar de grootste wortelstronken worden
gesplitst. De onderste, langgesteelde bladeren worden geoogst
door de bladstengels af te snijden waarna de bladschijven bij
een matige temperatuur op een luchtig plekje worden gedroogd. De
gedroogde, fijngewreven of geplette bladeren worden dan in goed
gesloten blikken of potten bewaard. Vanwege het krachtige aroma
dient dit kruid slechts in kleine hoeveelheden te worden
gebruikt. Voor keukengebruik worden de grote, vliezige en
aangenaam naar menthol geurende bladeren gebruikt die vers of
gedroogd in soepen, salades, vullingen voor het vlees, gevogelte
en wildbraad worden gedaan. Bijzonder geschikt is
balsemwormkruid voor kalfsvlees, maar ook voor pannekoeken. Hoe
hoog deze plant vroeger in aanzien stond, blijkt uit
verschillende benamingen waaronder hij bekend is. In de
Verenigde Staten wordt hij bible-leaf genoemd, omdat de eerst
kolonisten de lange bladeren als boekenlegger voor hun bijbels
gebruikten. In Engeland wordt het bier met balsemwormkruid op
smaak gebracht en daar komt dan de naam alecost vandaan. De
Duitse naam Marienblatt is identiek aan het Engelse costmary.