Beekrombout
Bij
rivierlibellen staan de ogen duidelijk uit
elkaar. Bij ons komen een vijftal zeldzame
soorten voor. Ook de Beekrombout van 40-45 mm is
zeldzaam. In tegenstelling tot andere
Gomphus-soorten zijn de poten effen zwart. Het
achterlijfuiteinde is verbreed. Wijfjes en jonge
mannetjes zijn zwart-geel gevlekt. Bij oudere
mannetjes wordt het geel groen. De minder
zeldzame plasrombout lijkt op deze soort, maar
maakt een slankere en lichtere indruk.
Verspreiding : alle rivierlibellen leven bij
zuiver stromend water. Vliegtijd van begin mei
tot juli. Zeer veeleisend inzake de kwaliteit
van het water. Jeugdstadia : de platte larven
leven in zandige beekbodems. Het duurt minstens
drie jaar eer ze het imago-stadium hebben
bereikt.
|