Rubriek : 
								Dier - algemeen
						
								Bergland van Europa en
									Noord-Afrika
							
						
							Hoog in de bergen is
								de lucht zo ijl, dat dieren uit het laagland er last van hebben.
								Dat geldt trouwens ook voor mensen. De meeste bergen van Europa
								en Noord-Afrika zijn echter niet zo hoog. De dieren in dat
								gebied hebben het, wat hun natuurlijke omstandigheden betreft,
								dan ook niet zo moeilijk als de dieren in het hooggebergte,
								zoals de Himalaya. Maar ze moeten wel meer strijd voeren tegen
								de steeds opdringende mens met zijn kudden vee. Het gebied
								waarin de in het wild levende dieren hun voedsel moeten vinden,
								wordt steeds kleiner. Bovendien komt daarbij nog de
								milieuvervuiling door de industrie.
								
Er
								is feitelijk nauwelijks nog ��n zoogdier in de Alpen of de
								Pyrenee�n waarvan men kan zeggen dat het hen goed gaat.
								Verschillende soorten staan zelfs op punt van uitsterven. Een
								voorbeeld daarvan is de Pyreneese desman, een watermol die
								graaft in de oevers van bergrivieren. Hij leeft van
								verschillende amfibie�n, rivierkreeften, insecten, wormen en
								slakken.
								De Iberische steenbok werd al veel eerder het slachtoffer van de
								mens. In de middeleeuwen kwam hij in en om de Pyrenee�n nog zeer
								veel voor. Maar om verschillende redenen werd er fanatiek op hem
								gejaagd. E�n van die redenen was, dat men in de middeleeuwen
								geloofde dat verschillende lichaamsdelen van de Iberische
								steenbok een genezende kracht bezaten tegen talloze kwalen. Een
								andere reden was de voorkeur voor zijn smakelijke vlees en
								verder was de steenbok een uitdaging voor de jagers, omdat hij
								zich in zulk onherbergzaam terrein ophield. Hoewel de Iberische
								steenbok tegenwoordig wettelijk is beschermd, neemt zijn aantal
								maar weinig toe. Zijn neef, de Alpensteenbok (zie foto), is er
								iets beter van afgekomen. Daarvan bestaat nog steeds een kolonie
								in de bergen van Noord-Itali� (Gran Paradiso), van waaruit weer
								kolonies gevormd zijn in Zwitserland, Frankrijk, Oostenrijk,
								Duitsland, Joegoslavi� en verschillende gebieden in Itali�.
								Nauw verwant aan de Iberische steenbok is de gems, die veel meer
								voorkomt. Hij is een behendige klimmer, met een charmant
								uiterlijk, maar opgepast. Hij is maar al te zeer bereid zijn
								scherpe, kromme hoorns te gebruiken. Nog groter in aantal zijn
								de Alpenmarmotten van de Alpenweiden. Er zijn dieren, die
								vroeger overal in Europa en Noord-Afrika werden aangetroffen,
								maar die nu zijn teruggedreven naar schuilhoeken in de bergen.
								De gewone jakhals bijvoorbeeld is een dier dat tegenwoordig
								alleen nog maar in de ontoegankelijke gebieden van het
								Kaukasus-gebergte wordt aangetroffen. Lynxen, bruine beren,
								wilde katten, wolven en wilde zwijnen komen er nog maar in
								kleine aantallen voor.
								Enkele exemplaren van deze dieren komen nog voor in de Pyrenee�n
								en andere in het ruige kustgebergte van Scandinavi�. De
								Scandinavische bergketens vormen een veilige wijkplaats voor
								vele bedreigde soorten. Dit is mede te danken aan de regeringen,
								die ervoor gezorgd hebben dat de dieren bij de wet beschermd
								zijn. Zelfs de muskus-os, een bijna uitgestorven soort van het
								palearctisch gebied, is opnieuw uitgezet in de Dovrefjell-bergen
								van Noorwegen en leidt daar een beschermd bestaan.
								
Aan
								de andere kant van de Straat van Gibraltar light het
								Atlas-gebergte, een deel van het palearctisch gebied dat in
								Afrika ligt. Het is de woonplaats van verschillende unieke
								diersoorten. Sommige daarvan zijn Europees van oorsprong, andere
								van Afrikaanse oorsprong. Deze dieren trekken roofdieren uit de
								Sahara aan, zoals woestijnvossen, genetkatten en caracals. De
								Algerijnse beer en de Algerijnse wilde ezel zijn uitgestorven en
								de laatste berberleeuw is omstreeks 1920 neergeschoten.
								Maar het Atlas-hert, een ondersoort van het edelhert, graast nog
								steeds in de graslanden en in de bossen in een klein gebied in
								de grensstrook tussen Tunesi� en Algerije.
								De sierlijke dorkasgazellen hebben weinig behoefte aan water. Ze
								kunnen zich dan ook heel goed in leven houden in het droge
								Atlas-gebergte. Ze hebben genoeg aan het beetje vocht dat ze
								halen uit de sappige planten. Manenschapen, die hoorns hebben
								als die van een geit, grazen tussen de steile rotsen. In de
								bergwouden komt men wilde varkens tegen, net als de magot of
								Turkse aap (zie foto), die verder nog op Gibraltar voorkomt.
								Deze staartloze apen zwerven door de wouden op zoek naar
								voedsel, zoals pijnappels, bladeren, insecten en schorpioenen.