Rubriek :
Plant - algemeen
Wat is en wat betekent de
plant ?
Het is niet zo
eenvoudig, precies aan te geven waarin alle planten zich van
alle dieren onderscheiden. Voor ons gevoel staat een dier in elk
geval dichter bij ons dan een plant. Van een dier bemerken we
immers meer dat het levensuitingen heeft zoals wij zelf als
mens; we zien dat het ademt en eet, beweegt en geluid maakt, dat
het iets kan waarnemen met ogen, oren en andere zintuigen.
Vergelijken we een olifant met een appelboom, een paling met een
paddestoel, dan slaat de weegschaal naar de kant van het dier
door : naast het dier met zijn sprankelende levenslust en zijn
drang tot daden, staat er plant er wel wat armzalig bij. Wat ons
bij de dieren het meest opvalt, ligt meer op het terrein van wat
ze doen dan van wat ze zijn. En we zijn nu eenmaal gemakkelijk
geneigd om planten te zien als wezens, die eenvoudigweg niet
'doen', maar alleen maar 'zijn'.
Dit is allemaal goed en wel zolang we bekende dieren uit onze
omgeving naast eveneens bekende kruiden of bomen zetten; maar we
moeten ons slechts even over een microscoop buigen en een enkele
waterdruppel uit een plas of sloot te bekijken, om duidelijk te
voelen, dat het onderscheid tussen plant en dier toch minder
eenvoudig is. De groene torpedo's en rondtollende bollen en tal
van andere levenslustige draaiers en buitelaars zijn planten;
een aantal andere kunnen met evenveel recht dierlijk als
plantaardig genoemd worden. Zien we van een groot aantal
'tussenvormen' af, dan zijn de plantaardige organismen getypeerd
door een complex van eigenschappen inzake celbouw en
verrichtingen, waarvan vooral de voeding veel gewicht in de
schaal legt. En in al die gevallen waar bladgroen of chlorofyl
aanwezig is, bestaat geen enkele twijfel; het bezit van deze
kleurstof is immers ��n van de meest kenmerkende eigenschappen
van een overwegend groot deel van de flora. Door dit bladgroen
is de groene flora de enige schakel tussen de atoomcentrale 'de
zon' , een energiebron van onvoorstelbaar groot vermogen, en de
niet groene planten en dieren. Per jaar zet de groene flora ruim
200 miljard ton materie om, een productiviteit ongeveer duizend
keer zo groot als die van alle industrie�n tezamen. Het omzetten
van eenvoudig anorganisch materiaal in energierijke organische
stoffen met de hulp van de stralingsenergie van de zon heeft
fotosynthese. Dit proces wordt in tal van laboratoria intensief
bestudeerd. Niet alleen omdat het zo ongelofelijk ingewikkeld is
en dus wetenschappelijk zeer aantrekkelijk, maar vooral ook om
de brandende vraag : kan de werking van het chlorofyl misschien
ook langs synthetische weg, dus zonder tussenkomst van de groene
plant, tot stand gebracht worden ?
Door geconcentreerde samenwerking van chemici, fysici,
biochemici en biologen hoopt men erin te slagen een synthetisch
superbladgroen te vervaardigen, waardoor landbouw en veeteelt
geleidelijk door fabrieken van synthetische voedingsmiddelen
verdrongen zouden worden. Met de kunstmatige fotosynthese als
uitgangspunt zouden niet alleen goedkope en energierijke
voedings- en brandstoffen vervaardigd kunnen worden, maar ook
verfstoffen, ketonen, alcoholen en plastics. En wie zich met
enige angst afvraagt van het goed functioneren van ��n of enkele
centrales voor fotosynthese, centrales die gemakkelijk door een
vijand vernietigd kunnen worden, moet weten : de flora, zoals
wij die nu gelukkig nog hebben, is niet minder kwetsbaar; van
een stof als tri-parachloordifenyldimetylureum zijn enkele
kilogrammen voldoende om de totale oogst van een groot land
volkomen te vernietigen en ook elke vorm van plantengroei
onmogelijk te maken.
We zijn het zo gewoon, dat de natuur elk voorjaar opnieuw de
bladgroenproductie hervat. We denken er misschien te weinig over
na, wat de groene flora voor ons welzijn betekent.