Bijtschildpad
De
Chelydra serpentina leeft in moerassen, poelen,
meren en rivieren. Hij wordt twintig tot 47 cm
lang.
De bijtschildpad is zeer agressief : hij schiet
verbazend snel zijn kop naar voren, waarbij zijn
kaken tegelijk dichtklappen. Hij voedt zich met
dierlijke kost zoals vis, amfibie�n, zoogdieren
en vogels, maar eet ook waterplanten. Gewoonlijk
ligt hij verborgen tussen plantenresten op de
bodem van water met een rijke vegetatie. Hij is
een uitstekend zwemmer. De geslachten zien er
hetzelfde uit, maar de mannetjes zijn wel iets
groter.
Ze houden een winterslaap en beginnen vroeg in
het voorjaar met eieren leggen. Het legsel,
gemiddeld 25 tot vijftig eieren, wordt in een
flesvormige holte gelegd, die door het wijfje
wordt gegraven. Bij het leggen duwt ze elk ei op
zijn plaats met haar achterpoten. Het duurt
negen tot achttien weken voordat de eieren
uitkomen, afhankelijk van de streek en de
temperatuur; in het noordelijk deel van het
verspreidingsgebied kunnen de jongen gedurende
de winter in het nest blijven.
|