Rubriek :
Historische figuren
Blaise Pascal
Pascal, Blaise (Clermont-Ferrand
19 juni 1623 - Parijs 19 aug. 1662), Frans wis- en
natuurkundige, wijsgeer, apologeet en schrijver, kreeg een
uitstekende opvoeding van zijn vader, �tienne Pascal. De familie
voelde zich aangetrokken tot het jansenisme; Blaises begaafde
zuster Jacqueline trad zelfs in in het klooster Port-Royal.
Zo werd Pascal betrokken in de strijd tussen de jansenisten en
de jezu�eten, en publiceerde, eerst anoniem, vervolgens onder
een pseudoniem, achttien brieven (tussen 23 jan. 1656 en 24
maart 1657), later tot een bundel verenigd onder de titel
Lettres �crites par Louis Montalte � un Provincial de ses amis
et aux RR. PP. J�suites sur la morale et la politique de ces
P�res, een polemisch meesterwerk dat wereldberoemd is gebleven
als Les provinciales.
Een tijdlang leidde Pascal een werelds leven te Parijs. In die
tijd schreef hij misschien een Discours sur les passions de
l'amour (ontdekt in 1843); deze toeschrijving wordt echter
betwist. Aan deze zgn. mondaine periode kwam plotseling een
einde door een religieuze belevenis (in de nacht van 23 nov.
1654, zijn nuit de feu), die haar neerslag vond in een als
M�morial bekendstaand document (dat hij tot zijn dood in de
voering van zijn jas verborgen hield).
Hij trok zich terug bij de 'eenzamen' ( 'solitaires') van
Port-Royal-des-Champs, leidde vanaf dat moment een leven van
strenge ascese en werd zwaar beproefd door lichamelijk lijden,
dat zijn zwakke lichaam in korte tijd sloopte. Hij hield zich in
deze jaren vnl. bezig met het verzamelen van bouwstoffen voor
een onvoltooid gebleven apologie van de christelijke godsdienst.
In deze fragmenten heeft hij op onnavolgbaar pregnante wijze
zijn gedachten neergelegd over wat hij de nietigheid (mis�re) en
grootheid (grandeur) van de mens noemde. In 1667 zijn zij door
de Messieurs de Port-Royal voor het eerst uitgegeven onder de
titel Pens�es de M. Pascal sur la religion en sindsdien talloze
malen herdrukt als Pens�es.
Voor de letterkunde berust Pascals waarde vooral op Les
provinciales en de Pens�es. Het geweldige succes van de eerste
is niet alleen te verklaren door de intrinsieke waarde van het
behandelde probleem of de stilistische kwaliteiten van deze
satire, maar door het feit dat hij erin slaagde de tot dan toe
in het Latijn gevoerde discussie over abstracte theologische
begrippen om te zetten in een in de volkstaal geschreven,
geanimeerde dialoog voor de 'honn�te homme' van zijn dagen.
De plaats van Pascal in de Franse wijsbegeerte wordt bepaald
door zijn op het innerlijk leven gericht denken. Als zodanig
staat hij tegenover Ren� Descartes en diens rationalisme. Voor
Pascal is de mens een mysterie, waarin het denken wel inzicht
kan geven, maar dat nooit geheel in begrippen te vatten is.
In het bijzonder in de Pens�es komt de mens naar voren als een
wezen dat gekenmerkt wordt door gespletenheid en ambigu�teit en
dat daardoor onophoudelijk moet kiezen.
Daarbij wegen volgens Pascal niet Les raisons de la raison, maar
les raisons du c�ur het zwaarst; niet de esprit de g�ometrie,
maar de esprit de finesse ontsluiert iets van de diepste
werkelijkheid. Door een aantal 'bedrieglijke krachten', zoals de
zintuigen, de wil, de eigenliefde, de rede en bovenal de
verbeelding, wordt de mens echter misleid waardoor hij de
waarheid nooit kan bereiken.
Pascals betekenis voor de wis- en natuurkunde is belangrijk en
duurzaam geweest, ondanks het feit dat een gedeelte van zijn
werk verloren is gegaan. Met Ren� Descartes, Desargues en Pierre
de Fermat behoort hij tot de grote Franse mathematici van de
17de eeuw. Hij kwam reeds vroeg in aanraking met de groep
geleerden rondom Marin Mersenne en speciaal met Desargues.
Onder diens invloed ontwikkelde hij reeds in 1639, op 16-jarige
leeftijd, een leer der kegelsneden, waarvan hij in 1640 een
resultaat op ��n blaadje papier publiceerde; het is bekend als
de stelling van Pascal betreffende een zeshoek in een kegelsnede
beschreven (het zgn. hexagramma mysticum). Zijn verdere
manuscript is niet teruggevonden.
In 1642, in Rouen, vond hij een rekenmachine uit, waarop hij in
1649 patent nam. Hier begon hij ook zijn onderzoekingen over de
barometer, waarvan hij de werking verklaarde met behulp van de
luchtdruk, in 1648 bevestigd door zijn zwager P�rier, die de
barometerstand mat aan de voet van en op de Puy de D�me.
Pascal breidde zijn studie uit tot zijn theorie van de
hydrostatische druk (1653; postuum gepubliceerd als Trait� de
l'�quilibre des liqueurs et de la pesanteur de la masse de l'air,
1663), met de wet van Pascal (zie hydrostatische druk). Ook in
zijn Port Royal-periode zette hij zijn wiskundig werk voort, en
aangezet door een vraag van de chevalier De M�r�, begon hij in
1654 zijn studies over kansen, die tot een correspondentie met
Pierre de Fermat leidden. Dit was de geboorte van de
waarschijnlijkheidsrekening.
In verband hiermee schreef Pascal in dit jaar ook zijn Trait� du
triangle arithm�tique (gepubliceerd 1665), waarin hij de
driehoek van Pascal nauwkeurig onderzocht. Hij deed ook
belangrijk werk op het gebied van de infinitesimaalrekening,
o.a. in verband met de cyclo�de, of 'roulette', zoals hij haar
noemde (Histoire de la roulette, 1658-1659; onder pseud. A.
Dettonville). In zijn speculaties over het kenmerkende van de
wiskunde stelde hij de 'esprit de finesse' tegenover de 'esprit
de g�om�trie'.