De
blauwe wijting
De
blauwer wijting of Micromesistius poutassou.
Beschrijving
Eerste rugvin met 11-14, tweede rugvin met 10-14
en derde rugvin met 20-26 vinstralen; eerste
anaalvin met 33-41 en tweede anaalvin met 20-27
vinstralen.
Slank lichaam met spitse snuit. Rug blauw (grijs
in dode exemplaren), flanken en buik zilverwit.
De drie rugvinnen (de eerste twee gelijk van
vorm) en twee anaalvinnen zijn alle duidelijk
van elkaar gescheiden ingeplant. Voorste straal
van de eerste anaalvin voor het begin van de
eerste rugvin. Onderkaak wat langer dan de
bovenkaak. Geen kindraad.
Blauwe wijtingen trekken zelden van de Golf van
Biskaje via Het Kanaal de zuidelijke Noordzee
in. Ze komen daar in het algemeen slechts
sporadisch voor. In 1964 was er een invasie van
blauwe wijtingen in de Nederlandse kustwateren.
Langs de kust van Texel werden toen duizenden
jonge exemplaren gevangen, terwijl er tot 1964
geen exemplaren uit onze fauna bekend waren. Ze
eten voornamelijk garnaalachtigen, maar ook
roeipootkreeftjes, vlokreeften en vissenlarven.
Lengte
Maximaal 45 cm.
Verspreiding
Noord-Atlantische Oceaan en Noordzee. Langs onze
kust sporadisch, soms invasies van jonge
exemplaren in de zomer.
|