De
boerenzwaluw
De
boerenzwaluw is ��n van de ongeveer 85 soorten
zwaluwen, die alle in groepen leven, zich in de
lucht met insecten voeden en tot de familie der
Hirundinidae behoren. Orde : Passeriformes -
geslacht : Hirundo en soort : Hirundo rustica.
Fladderen, dalen en duiken, de boerenzwaluw is
gebouwd voor behendigheid. Met zijn glanzend
blauwe pijlvleugels en gestroomlijnde lichaam
brengt hij het grootste deel van zijn leven in
de lucht door. Als hij na de overwintering in
zuidelijke streken weer naar het noorden
terugkeert, kun je er zeker van zijn dat er warm
weer op komst is. Deze schitterende vogel bouwt
zijn nest in de buurt van mensen, vaak in
schuren en andere gebouwen van boren ... vandaar
zijn naam.
Boerenzwaluwen grissen tijdens het vliegen met
hun snavels insecten uit de lucht. Ze eten
vliegen en andere kleine vliegende insecten
zoals muggen, bladluizen, bijen, wespen en
eendagsvliegen. Jagend boven open, vlak terrein
achtervolgen ze hun prooi in een snel
zigzagpatroon waarbij ze zelden zweven. Soms
zijn er honderden boerenzwaluwen te zien die
zich voeden boven een terrein met veel insecten.
Ze zijn zo thuis in de lucht dat ze zelfs hun
jongen al vliegend voeren.
Na een sierlijke baltsvlucht blijven het
mannetje en het vrouwtje meestal hun hele leven
bij elkaar. Paren gebeurt vaak in de lucht.
Daarna bouwen ze een stevig, bekervormig nest
van klei en stro, waarvoor ze vele malen heen en
weer vliegen. De nesten bevinden zich veelal op
balken, onder dakranden van huizen of onder een
brug. Soms bouwen zes tot acht paren hun nesten
dicht bijeen in een kolonie. Het vrouwtje legt
vier tot zes eieren. De jongen verlaten het nest
drie tot vier weken nadat de eieren zijn
uitgekomen. De ouders kunnen hetzelfde jaar nog
een nest grootbrengen en keren waarschijnlijk
elk jaar naar hetzelfde nest terug.
Hoewel boerenzwaluwen niet bedreigd worden,
loopt hun aantal in Noord-Europa en
Noord-Amerika de laatste jaren terug.
Veranderingen in landbouwmethoden verkleinen hun
leefgebied en veroorzaken verlies van
nestelplaatsen, terwijl het gebruik van
insecticiden veel insecten doodt.
De meeste boerenzwaluwen leggen elk jaar in
reusachtige zwermen enorme afstanden af. Ze
komen in april op hun nestelplaatsen op het
noordelijk halfrond aan en keren in september of
oktober naar het zuiden terug. Een enkele reis
van 11.000 kilometer duurt twee tot drie
maanden. Ze vliegen overdag en stoppen 's nachts
om te rusten. Ze navigeren waarschijnlijk door
kustlijnen en rivieren te volgen. Nieuw
onderzoek toont aan dat mannetjes die gewoonlijk
vroeg migreren, deze eigenschap doorgeven aan
hun mannelijke nakomelingen, samen met de lange
staartveren en de conditie die ze nodig hebben
om de potentieel ongunstige weersomstandigheden
van vroege migratie te overleven. De sociale
boerenzwaluwen zijn vaak te zien terwijl ze zich
verzamelen op telefoonlijnen en ze zingen vaak
in koor.
|