Boletus torosus
Dit is een warmteminnende of
thermofiele, buitengewoon forse boleet met blauw
kleurend vlees. De hoed is vijf tot vijftien cm
breed en heeft in het begin een fijn donzig en
later een glad oppervlak. Hij heeft meestal een
oudroze kleur die bij aanraking blauw tot
roodachtig wordt. De buisjes zijn eerst lange
tijd overwegend geel; ze kleuren later oranje
tot donkerrood en worden bij beschadiging
blauwzwart. De steel, vier tot vijftien cm lang
en vier tot zeven cm dik, is voorzien van een
fijn netpatroon op een gele tot rode ondergrond.
Het vlees is geel en kleurt bij kneuzing van de
hoed snel blauw. De geur is zacht en de smaak
redelijk.
Deze boleten zijn in augustus en september te
vinden in eiken- of beukenbossen. Ze geven de
voorkeur aan kalkhoudende grond op grote hoogte
en in heuvelachtige gebieden. Ze zijn echter
overal zeldzaam en het is dan ook beter ze niet
voor consumptie te plukken.
|