Rubriek :
Ziekten en
aandoeningen overzicht
Borstkanker
Wat is borstkanker?
Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Als het
gezwel niet wordt verwijderd of bestraald, zullen de
kankercellen steeds verder doordringen in het gezonde
borstweefsel. De kans bestaat ook dat kankercellen zich
verspreiden, onder andere via het lymfestelsel. Dat lymfestelsel
speelt een belangrijke rol bij de productie van afweerstoffen
tegen ziekteverwekkers. Het bestaat uit lymfevaten en
lymfeklieren of lymfeknopen . De meeste lymfevaten in de borst
leiden naar lymfeklieren in de oksel. Als borstkankercellen de
lymfeklieren onder de arm bereiken, kunnen ze verder groeien en
zich van daaruit verder uitzaaien. Ook via het bloed kunnen
kankercellen zich verspreiden.
V��rkomen
Het Vlaams Kankerregistratienetwerk registreerde in 2000 in
Vlaanderen ongeveer 5.000 nieuwe gevallen van borstkanker.
Borstkanker is daarmee de meest voorkomende kanker bij vrouwen.
Ook mannen kunnen borstkanker krijgen. Het risico op borstkanker is voor een vrouw echter 100 keer groter dan voor een man.
Onderzoeken
Als een vrouw iets abnormaals voelt of ziet aan haar borst, of
als de arts een knobbeltje ontdekt, zal verder onderzoek
wellicht nodig zijn. De arts kan dan een diagnostische
mammografie laten uitvoeren, al dan niet gecombineerd met een
echografie. Als er op de mammografie een afwijking wordt
vastgesteld, kan er een punctie volgen en/of een biopsie. Aan de
hand van een biopsie kan worden vastgesteld of de tumor goed- of
kwaadaardig is. Als de diagnose borstkanker valt, kunnen nog
andere onderzoeken volgen om te zien of er mogelijk uitzaaiingen
zijn elders in het lichaam: een CT-scan, een botscan en/of een
echografie van de lever, een radiografie van borstkas en
ruggengraat.
Behandeling
De meest voorkomende behandelingen van borstkanker zijn een
operatie (chirurgie), een behandeling met medicijnen
(chemotherapie), bestraling (radiotherapie) en hormoontherapie.
De behandelend arts zal meestal een combinatie van deze
verschillende methoden adviseren, afhankelijk van de aard en
locatie van de tumor, de uitgebreidheid, de algemene conditie en
de leeftijd van de pati�nt. Soms zijn er verschillende
behandelingen mogelijk. Aarzel niet uw arts vragen te stellen
over de mogelijkheden en over de bijwerkingen van de
verschillende behandelingen.
Chirurgie
Pati�nten met borstkanker worden meestal geopereerd. De
bedoeling is zoveel mogelijk aangetast weefsel weg te nemen.
Hoeveel er wordt weggesneden, is afhankelijk van de locatie, de
afmeting en het type tumor. Vaak kan een borstsparende operatie
uitgevoerd worden (ook lumpectomie genoemd), waarbij enkel de
tumor en een marge gezond weefsel worden verwijderd. Ook de
lymfeklieren in de oksel kunnen worden verwijderd (ook wel een
okselevidement of -uitruiming genoemd). Soms moet de borst
helemaal worden weggenomen (een amputatie of mastectomie), al
dan niet samen met de lymfeklieren in de oksel. Een mogelijke
aantasting van een of meer lymfeklieren is een belangrijke
factor bij het bepalen van de rest van de behandeling.
Bijwerking
Een mogelijke bijwerking van het verwijderen van de okselklieren
en vooral van de bestraling van de oksel is een gezwollen arm,
ook lymfoedeem genoemd. E�n op twee vrouwen die een
okseluitruiming gehad heeft, krijgt vroeg of laat last van een
dikke arm. Als de arm zwelt, strak of zwaar aanvoelt of pijnlijk
is na de okseluitruiming, meldt u dit het best meteen aan uw
arts. Sommige pati�nten krijgen pas jaren na de behandeling last
van hun arm. Een regelmatige controle en gespecialiseerde
kinesitherapie kunnen problemen voorkomen.
Chemotherapie
De naam chemotherapie verwijst naar de kuur met geneesmiddelen
die de groei van kankercellen remmen of vernietigen. De
medicijnen worden via de mond ingenomen en/of rechtstreeks in de
bloedbaan gebracht met een infuus, waarna ze zich door het hele
lichaam verspreiden en overal eventuele kankercellen kunnen
bereiken. Vaak krijgt de pati�nt daarvoor met een kleine
operatie onder lokale verdoving een port-a-cath ingeplant. Niet
alle kankercellen zijn even gevoelig voor dezelfde medicijnen.
Daarom wordt vaak een combinatie (een "cocktail") van
celremmende geneesmiddelen (cytostatica) voorgeschreven.
Chemotherapie na een operatie is bedoeld om preventief het
risico te verkleinen dat de kanker terugkomt (deze toepassing
heet adjuvante chemotherapie). Chemotherapie wordt soms ook v��r
een operatie gebruikt om het gezwel te verkleinen (ook
neoadjuvante therapie genoemd). Het kan ook worden gebruikt bij
vrouwen met een uitgezaaide tumor.
Bijwerkingen
Chemotherapie tast behalve de kankercellen ook gezonde cellen
aan. Daardoor kunnen er tijdelijk bijwerkingen optreden:
vermoeidheid, misselijkheid en braken, verminderde eetlust,
haaruitval, ontstoken mond, verhoogde kans op infecties,... Ze
verschillen van persoon tot persoon, en hangen onder andere af
van de medicijnen, de hoeveelheid en de duur van de behandeling.
Na de behandeling verdwijnen de bijwerkingen. Bepaalde
bijwerkingen kunnen echter maanden of jaren blijven aanslepen,
bijvoorbeeld vermoeidheid, verminderde weerstand,
smaakveranderingen, doof gevoel in de vingers... Bij vrouwen die
nog niet in de menopauze zijn, wordt de menstruatie tijdens de
behandeling soms onregelmatig of blijft achterwege. Dat betekent
echter niet dat er helemaal geen kans is op zwangerschap (u
gebruikt het best anticonceptiemiddelen, maar ni�t de pil). Bij
vrouwen boven de 40 jaar blijft de menstruatie vaak definitief
achterwege.
Radiotherapie
Radiotherapie is een behandeling met stralen om kankercellen te
vernietigen. Bij radiotherapie wordt radioactieve energie in de
vorm van een stralenbundel (te vergelijken met een lichtbundel)
precies op de plaats van het gezwel of de plaats waar het gezwel
zich bevond, gericht. De bestraling kan van buitenaf komen
(uitwendige bestraling) of van radioactief materiaal dat in de
tumor wordt ingebracht (inwendig bestraling). Bij borstkanker
wordt meestal uitwendig bestraald. Het gebied dat moet worden
bestraald, verschilt per pati�nt, en ook de duur van de
bestralingskuur, de intensiteit en het bestralingsschema (het
aantal bestralingen) kunnen vari�ren. Bestraling kan
kankercellen vernietigen die na een operatie nog in de
borststreek of in de oksel zijn achtergebleven. De bestraling op
zich is pijnloos.
Bijwerkingen
De radiotherapeut zal ervoor zorgen dat de toegediende dosis en
het bestralingsveld zodanig worden berekend dat er zo weinig
mogelijk schade wordt berokkend aan gezonde weefsels en organen.
Toch kan straling ook invloed hebben op de gezonde cellen in het
bestraalde gebied. Daardoor wordt de huid rood en gevoelig. Ook
vermoeidheid is een vaak voorkomende bijwerking van
radiotherapie. Deze bijwerkingen verdwijnen normaal een tijd na
de therapie.
Hormoontherapie
Het vrouwelijk hormoon oestrogeen, dat in het lichaam wordt
aangemaakt, kan de groei van borstkankercellen bij bepaalde
vrouwen bevorderen. Er bestaan medicamenten die dit effect van
oestrogeen tegengaan: ze blokkeren de ontwikkeling en de werking
van hormoongevoelige tumorcellen. De medicamenten moeten
meerdere jaren na elkaar worden ingenomen. Afhankelijk van het
type medicament kunnen ook hier bijwerkingen optreden zoals
warmteopwellingen, stemmingswijzigingen,...
Na de behandeling
Geneeskansen
De kans op genezing hangt van veel dingen af: van het stadium
waarin de ziekte verkeert, van de leeftijd van de pati�nt, de
grootte van de tumor, of er al dan niet uitzaaiingen zijn, van
de behandeling enz. De behandelende arts kan meer uitleg geven
over al deze factoren. De kans op langdurige overleving is
groter naarmate de ziekte in een vroeger stadium ontdekt werd.
Nazorg
Na een intensieve medische behandeling blijft er bij de meeste
pati�nten een gevoel van onzekerheid. Als de therapie met succes
is afgerond, vragen pati�nten zich af wat er nog meer gedaan kan
worden. Als het met de therapie niet gelukt is de kanker uit te
schakelen, is het de vraag hoe de symptomen zo goed mogelijk
bestreden kunnen worden en wie daarbij kan helpen. Nazorg is in
beide situaties dan ook erg belangrijk. Het begrip "nazorg"
houdt veel in: medische begeleiding, psychische en sociale
opvang, en/of palliatieve zorg.
Deel van de nazorg is een geregelde medische controle
(bloedafname, mammografie,...), vooral met de bedoeling een
mogelijk herval zo snel mogelijk op te sporen en te behandelen.
Praat met de behandelende arts over mogelijke symptomen,
bijwerkingen of fysieke problemen. Aarzel niet om hem alles te
vragen, hoe onbenullig het ook mag lijken. Hij kent uw ziekte en
het verloop immers het best.
Familie, vrienden en verwanten kunnen eveneens veel steun
bieden. Het kan ook helpen om over de ziekte te praten met
andere vrouwen met borstkanker. Of misschien heeft u nood aan
een anoniem luisterend oor, deskundig advies of een bemoedigend
gesprek? Aarzel niet en bel de Vlaamse Kankertelefoon:
078/150.151.