Rubriek :
Natuur algemeen
Dossier
natuurverontreiniging
Wat is het
broeikaseffect?
Het
broeikaseffect is de invloed die sommige gassen uitoefenen op de
atmosfeer, waardoor het op aarde warmer wordt dan normaal.
Zonder het broeikaseffect zou de temperatuur op aarde nu
gemiddeld -18�C zijn, tegenover de huidige 15�C.
Dat effect werkt als volgt: licht bestaat uit een zichtbaar en
een onzichtbaar (infrarood)spectrum. Bepaalde gassen laten enkel
zichtbaar licht door en blokkeren een deel van het infrarode
licht. Een foton uit het zichtbare deel van het lichtspectrum
bevat meer energie dan een foton uit het infrarode deel. Bij het
bereiken van het aardoppervlak wordt een zichtbaar foton
geabsorbeerd en omgezet in warmte. Deze warmte wordt dan
gedeeltelijk naar het heelal teruggestuurd in de vorm van
infrarode straling.
Hier komen de broeikasgassen in het spel, want ze hinderen deze
uitstraling van warmte door infrarood licht van de aarde naar
het heelal. Daardoor stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde.
Het broeikaseffect is dus een natuurlijk proces maar het wordt
versterkt door de mens, die broeikasgassen in de atmosfeer
uitstoot. Het gaat vooral om koolstofdioxide (CO2) maar ook om
andere gassen. Wetenschappers vrezen dat dit kan leiden tot een
klimaatverandering.
Over hoe het klimaat in de praktijk zal veranderen bestaan
verschillende hypothesen. Een stijging van de gemiddelde
temperatuur op aarde impliceert immers niet noodzakelijk dat de
temperatuur overal even hard stijgt. De mogelijkheid bestaat
zelfs dat sommige gebieden net kouder worden terwijl elders de
temperatuur stijgt. Het aards klimaatsysteem is bijzonder
ingewikkeld.
Een veel gehoorde hypothese is de smelting van het poolijs, met
een stijging van het zeeniveau als gevolg. Dit zou bovendien een
katalysatoreffect kunnen hebben want het poolijs bevat veel
methaan, een broeikasgas.
Andere stemmen voorspellen meer verdamping van de zee, wat leidt
tot meer regen en op de hooggelegen gebieden meer eeuwige
sneeuw. In deze hypothese stijgt het zeeniveau minder of zelfs
niet.
Nog andere meningen spitsen zich toe op bewolking. Meer wolken
zorgen voor minder ingestraalde warmte maar ook minder
uitgestraalde warmte. De meningen zijn verdeeld over de invloed
van de wolken op het effect van de broeikasgassen. Volgens het
ene model versterken ze het effect, andere beweren dan weer het
tegenovergestelde.