| 
													Bruine
															beeksalamander
 
  De
															Desmognathus fuscus leeft in bronnen,
															onderlopend laagland en riviertjes in bebost
															terrein. De lengte bedraagt 6,5 tot veertien cm. Jonge beeksalamanders hebben gele of rode
															vlekken op de rug, maar deze verbleken en worden
															donker wanneer ze geslachtsrijp worden. Bij
															gevaar kan de beeksalamander grote sprongen, van
															enkele malen zijn eigen lengte, maken. Hij eet
															hoofdzakelijk insectenlarven en regenwormen.
 Het wijfje legt in de zomer twaalf tot 36 eieren
															in een tros bij water, meestal onder een
															rotsblok. De larven komen na twee tot drie
															maanden uit, en na drie tot vier jaar worden ze
															geslachtsrijp.
 |