Buidelkikker
De
Gastrotheca marsupiata leeft in bossen en wordt
tot vier cm lang.
Deze boombewonende soort is in de meeste
opzichten een typische vertegenwoordiger van de
familie van de boomkikkers, maar heeft een
bijzondere broedzorg. Het wijfje is groter dan
het mannetje en heeft een speciale huidzak op
haar rug. Tijdens het leggen van de ongeveer
tweehonderd eieren, met ��n tegelijk, zit het
mannetje op haar rug. Na het leggen van een ei
buigt ze naar voren zodat het naar voren rolt
waarna het mannetje het bevrucht voordat het in
de buidel terecht komt. Wanneer alle eieren
gelegd zijn, helpt het mannetje om ze op elkaar
te plakken en de randen van de buidel te
verzegelen.
Enkele weken later zoekt het wijfje een ondiepe
poel of plas op, om daarin haar broedsel vrij te
laten; op dit tijdstip is haar rug erg
opgezwollen. Ze opent met haar langste (vierde)
teen van een achterpoot de spleet van de buidel
en laat de kikkervisjes vrij; die hun
metamorfose in het water voltooien.
|