De
buizerd
Orde
: Falconiformes - familie : Accipitridae -
geslacht : Buteo en soort : Buteo buteo. De
familie van de haviken en adelaars omvat 64
geslachten.
De buizerd is een ware meester in de lucht en
door zijn vliegvaardigheid kan hij de
opstijgende warme luchtstromen gebruiken om
zonder veel inspanning te zweven en hoog te
vliegen. Tijdens de paartijd ziet zijn gedans in
de lucht er werkelijk fantastisch uit. De
buizerd, een zich goed aanpassende roofvogel,
kan in verschillende leefgebieden overleven en
is wat eten betreft weinig kieskeurig, zodat hij
al het voedsel dat voorhanden is kan gebruiken.
Veel populaties van de buizerd trekken niet. Die
van Noord-Amerika en Azi� hebben echter een
andere levensstijl en vliegen voor de winter
naar warmere klimaten. Terwijl ze vaak naar
Zuid-Afrika of India en Zuidoost-Azi� vliegen,
keren ze in de lente terug naar dezelfde
broedgebieden. Een buizerd heeft voldoende open
land nodig waarboven hij kan jagen, met
uitlopers van hoge bomen of steile rotsen waar
hij op kan uitrusten en nestelen of die als
uitkijkpost kunnen dienen. Ook bosranden en open
plekken, bebouwd land en heiden worden gebruikt.
Als er eenmaal een broedgebied is gekozen
beschermt de buizerd dat fel.
In de lente leeft een buizerdpaar zich uit in de
lucht met fraaie baltsvluchten. Al zwevend
houden ze hun vleugels in een V-vorm terwijl ze
in een kalme spiraal opstijgen.
Voor het eieren leggen zijn beide vogels
betrokken bij het bouwen van een nest, hoewel
paren die levenslang bij elkaar blijven soms ook
een nest van het jaar ervoor gebruiken. Het nest
wordt met groen bekleed, voor er elke drie dagen
een ei wordt gelegd. Deze worden meestal door
het vrouwtje bebroed en de jongen komen om de
twee dagen uit. De eerste week verlaat het
vrouwtje haar jongen niet en het mannetje brengt
hen voedsel. Later delen de ouders de
jaagplichten. De jongen verlaten na 50 tot 55
dagen het nest, maar zijn pas met vier maanden
zelfstandig.
De buizerd jaagt alleen. Hij eet graag vlees en
kan prooi ter grootte van een konijn of jonge
haas vangen, doden en dragen. Deze twee
zoogdieren komen veel voor in het dieet van de
buizerd, maar de meest voorkomende prooi bestaat
uit knaagdieren. Amfibie�n, reptielen en
ongewervelde dieren zoals wormen en insecten
vormen ook een doelwit. Vogels zijn minder
belangrijk, behalve op plaatsen zoals de New
Forest in het Verenigd Koninkrijk, waar het
merendeel van zijn zomerse dieet uit jonge en
pas uitgevlogen vogels bestaat en op andere
momenten uit vogels ter grootte van een kraai.
De buizerd kent verschillende methoden om een
maaltje te verschalken : op een uitkijkpost gaan
staan, over open land zweven, en op de grond
staan of lopen om op insecten of andere
ongewervelde dieren te jagen.
|