W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : De mens -
geschiedenis

Burgeroorlog in Spanje

In Europa waren Itali� en Duitsland niet de enige landen met dictators aan het hoofd. In de Sowjetunie had Stalin alle macht aan zich getrokken. In Polen heerste sinds 1926 maarschalk Pilsudski, in Hongarije de 'regent' Horthy. In Portugal kwam in 1933 onder leiding van Salazar een staatsvorm tot stand die in wezen een dictatuur was. In Oostenrijk had Dollfuss de macht.
In Spanje regeerde Primo de Rivera van 1923 tot 1930 als dictator. In 1930 trad hij af, onder druk van de ontevredenheid over zijn beleid. De linkse partijen behaalden bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1931 zo'n grote overwinning, dat de Spaanse koning Alfonsus XIII het verstandiger vond het land te verlaten. De republiek werd uitgeroepen en Spanje kreeg een zeer democratische grondwet.
Tegen de kerk, die in Spanje ook een grote economische macht bezat, barstte een reeks gewelddaden los. Er werden priesters vermoord en kloosters in brand gestoken. Adellijke titels werden afgeschaft en het grootgrondbezit werd onteigend. Maar de nieuwe democratische regering kon de orde niet handhaven. Er ontstonden wanordelijke toestanden, waarbij rellen en ongeregeldheden van links en rechts elkaar afwisselden.
De rechtse krachten neigden naar het fascisme. In 1933 richtte Jos� Antonio Primo de Rivera, de zoon van de intussen overleden dictator, de 'Falange' op. Twee jaar lang beheerste het midden de republiek en werden de hervormingen tegengehouden. In februari 1936 echter kwamen de linkse partijen terug bij de verkiezingen. Ze vormden het Frente Popular, het Volksfront, dat was samengesteld uit liberalen, socialisten, communisten en anarchisten.
Het Volksfront had de steun van de arbeiders, een deel van de boeren en van de ontwikkelde burgerij, niet de rijke burgerij. Opnieuw sloeg er een golf van geweld over Spanje. Kerken en kloosters werden geplunderd en in brand gestoken. Troepen boeren namen  eigenmachtig en op gewelddadige wijze land in bezit. Stakingen waren aan de orde van de dag. Gematigden werden door deze gebeurtenissen op ��n hoop met rechts gedreven. De moord op de leider van de koningsgezinden, Calvo Soleto, was de druppel die de emmer deed overlopen. Enkele dagen daarna begon een staatsgreep. Generaal Franco organiseerde  het troepentransport vanuit Marokko naar Spanje. Tegelijkertijd kwamen daar tal van garnizoenen in opstand. Spoedig was Franco de algemeen erkende leider van de rechtse revolutie. Hij had de steun van de kerk en van de adel, terwijl ook de rijke burgerij en een deel van de boeren achter hem stonden. Van de strijdkrachten deed vrijwel het hele officierenkorps mee; alleen de luchtmacht steunde Franco niet. De republikeinse regering verkeerde door het ontbreken van de legerleiding in een ernstig nadeel. Arbeidersbataljons en andere vrijwilligers kwamen er genoeg, maar de discipline was vaak ver te zoeken. Dat gold vooral voor de anarchisten, die zich wel geestdriftig inzetten, maar die overeenkomstig hun politieke overtuiging geen enkel gezag aanvaardden.
Franco buitte zijn voordeel uit en veroverde, overigens na felle strijd, heel Spanje. Alleen Madrid werd een harde noot om te kraken. Deze stad wist bijna twee jaar en vijf maanden stand te houden. De met grote wreedheid gevoerde Burgeroorlog in Spanje kreeg het karakter van een strijd tegen het communisme. Uitspraken van de paus droegen daartoe bij, evenals het feit dat de Sowjetunie de republikeinse regering materieel steunde. In Frankrijk, waar in 1936 de Volksfront-regering onder Blum aan de macht was, gingen stemmen op de Spaanse democratische regering te helpen. Blum reisde met spoed naar Londen. Daar wilde men zich echter liever niet in de strijd mengen. Internationaal overleg leidde kort daarop tot een algemene afspraak van niet-inmenging. Niet alleen de Sowjetunie mengde zich echter toch in de Burgeroorlog, in het bijzonder Duitsland en Itali� grepen direct in de strijd in.
De twee dictators, Mussolini en Hitler, waren na de mislukte Anschluss-poging van Oostenrijk in juli 1934 niet verder uit elkaar gedreven. Integendeel, hun agressieve buitenlandse politiek had de andere mogendheden tot elkaar gebracht en zo kwamen beiden min of meer alleen te staan. Hun belangrijkste struikelblok was Oostenrijk. Maar in juli 1936 kwamen Duitsland en Oostenrijk onder welwillend toezien van de Italiaanse dictator tot een overeenkomst. De toekomstige Anschluss werd doordoor voor beide partijen niet onaantrekkelijk. Onderling overleg en nauwe samenwerking tegen Duitsland en Itali� waren mogelijk geworden. In oktober 1936 werd de samenwerking bekend gemaakt en voorgesteld als een 'as' waaromheen alle andere Europese staten, als ze de vrede wilden, konden samenwerken. Een paar weken later sloot Hitler met Japan een verdrag dat gericht was tegen de activiteiten van de Communistische Internationale. Toen Itali� daar ook aan meedeed, sprak men van de Driehoek.
De samenwerking tussen de As-mogendheden kwam duidelijk te uitdrukking in Spanje. Ze leverden op grote schaal hulp aan Franco, zowel met tienduizenden Italiaanse vrijwilligers als met Duitse vliegtuig-eskaders. Voor Mussolini en Hitler (zie foto) was de Spaanse Burgeroorlog een prachtige gelegenheid om te oefenen. Voor de Spaanse burgers van onder andere het stadje Guernica, dat zwaar werd gebombardeerd, was het alleen maar verschrikkelijk. De Spaanse Burgeroorlog eindigde met de val van Madrid op 1 april 1939. De fascisten konden tevreden zijn. Hitler voelde zich heel sterk staan. Zijn buitenlandse politiek was tot dan toe succesvol geweest. Duitslands herbewapening kon hij aanzienlijk versnellen : duizenden oorlogsvliegtuigen werden er per jaar gebouwd. Frankrijk bleef met het aantal van vijfhonderd per jaar wel erg achter. Ook Groot-Brittanni� blonk niet uit door een krachtige bewapening en daar zou Hitler gretig misbruik van gaan maken.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer