Rubriek : De
mens - algemeen
Het Oostromeinse of
Byzantijnse Rijk
Nadat met het
afzetten van de laatste keizer in 476 het Westromeinse Rijk had
opgehouden te bestaan, werd in het Oostromeinse Rijk het besef
levend dat daar de culturele nalatenschap van de oudheid moest
worden bewaard. Dit rijk, ook wel naar de hoofdstad Byzantium (Constantinopel)
het Byzantijnse Rijk geheten, lag rondom het oostelijk bekken
van de Middellandse Zee. De bevolking was er overwegend Grieks
en het Grieks was ook de algemeen gangbare taal.
De keizer noemde zich in het Grieks 'Vorst der Romeinen'. De
geschiedenis van het Oostromeinse Rijk is een aaneenschakeling
van oorlogen om zijn bedreigd bestaan te handhaven. Soms vonden
er gebiedsuitbreidingen plaats, maar meestal ging er alleen maar
gebied verloren en het rijk werd steeds kleiner. Ook
binnenlandse twisten en burgeroorlogen verscheurden het rijk, en
dat heeft zeker de afweerkracht ervan tegenover de buitenlandse
vijanden zeer verzwakt.
E�n van de grootste keizers die het Byzantijnse Rijk heeft
gekend, is ongetwijfeld Justinianus I (527-565) geweest. Hij had
voor zichzelf een uitgebreid regeringsprogramma opgesteld en met
rusteloze ijver heeft hij aan de uitvoering daarvan gewerkt. Hij
wilde het oude Romeinse Rijk weer zo snel mogelijk herstellen.
Zijn veldheren Belisarius en Narses veroverden inderdaad grote
delen van Itali� en Afrika. Justinianus I wilde ook het recht
verbeteren en ordenen. Daartoe liet hij uitvoerige
wettenverzamelingen aanleggen. Samen wordt dat opgetekende recht
het 'Corpus Iuris' genoemd, of het Lichaam van het Recht. Deze
optekening van wetten is van onschatbaar belang geweest voor ons
moderne recht, dat er in menig opzicht direct op teruggrijpt.
Verder heeft Justinianus handel en nijverheid bevorderd en zijn
regering luister bijgezet door fraaie bouwwerken te laten
optrekken. Het beroemdste daarvan is wel de Hagia Sofia, de Kerk
van de Heilige Wijsheid, die hij op de heuvel van Constantinopel
liet bouwen. Na de val van Constantinopel in 1453 werd de kerk
door de Turken tot moskee gemaakt. Veel bracht Justinianus zo in
zijn 38 jaren durende regering tot stand, maar veel van wat hij
deed was niet blijvend. Wel behield Constantinopel, mede dankzij
zijn uiterst gunstige ligging, zijn positie als belangrijk
handelscentrum. De binnenlandse twisten in het Byzantijnse Rijk
werden vooral veroorzaakt door het probleem van de
beeldenverering. Een aantal gelovigen, onder wie Leo III
(717-741), was van mening dat men Christus als Zoon van God
eenvoudig niet kon en mocht afbeelden, en daarom moesten alle
beelden en schilderijen worden vernietigd. Anderen echter, onder
wie keizerin Irene ( 780-802), wilden de beeldenverering beslist
toestaan. Dit alles leidde over en weer tot moeilijkheden en
vervolgingen. De beelden werden tenslotte toch toegelaten. Met
de paus van Rome verliepen de contacten steeds stroever, want er
ontstond een geschil met de patriarch van Constantinopel over
het hoogste kerkelijke gezag. Dit leidde in 1054 tot het
Schisma, de scheuring tussen de room-katholieke kerk en de
oosters-orthodoxe kerk.
De Turken, die uiteindelijk Constantinopel zouden innemen,
begonnen na ongeveer 1060 met hun aanvallen op het Oostromeinse
Rijk; Eerst in 1452 begon sultan Mohammed II met de bouw van een
vesting dichtbij Constantinopel, als eerste aanzet tot het
beleg. De Byzantijnse keizer smeekte paus Nicolaas V hem
schepen, manschappen en geld te zenden. De paus echter eiste
eerst de opheffing van het Schisma. De keizer willigde deze eis
in, maar het enige gevolg was dat er in Constantinopel zelf
hernieuwde godsdiensttwisten uitbraken. De overmacht van de
Turken was enorm en verzet was hopeloos. Op 29 mei 1453 viel de
stad Byzantium of Constantinopel in de handen van de Turken.
(foto : de Hagia Sofia)