Capibara
Groep : op het land levende
zoogdieren
Een
knaagdier dat blaft en spint, dat kan alleen
maar de capibara zijn. Ook in andere opzichten
verschilt hij van verre verwanten als de muis en
de rat. Hij is veel groter en gedraagt zich heel
anders. Wanneer er gevaar dreigt, verdedigt hij
zich niet, maar blaft hij om de hele groep te
waarschuwen. Na dit signaal duiken ze allemaal
tegelijk het water in.
De capibara leeft in streken met grote
klimaatschommelingen. Om te overleven moet hij
zich zowel aan de droogte als aan overvloedige
regenval aanpassen. Capibara's voelen zich thuis
in het water en houden zich op aan de waterkant,
in het grasland aan de oevers van rivieren en
meren of in moerassen. Ze zwemmen als de beste
en kunnen wel vijf minuten onder water blijven.
Ze leven in een familieverband. Een groep telt
tien tot dertig leden en is samengesteld uit een
aantal mannetjes, waarvan ��n de leiding heeft,
een aantal volwassen vrouwtjes en hun jongen.
Soms vormen families samen tijdelijk een
gemeenschap van maximaal honderd dieren. Sommige
mannetjes zijn solitair of vormen een
vrijgezellengroep.
Capibara's paren in het water, meestal vlak voor
het regenseizoen. De jongen worden ongeveer 150
dagen later op het land geboren. Eten is er dan
in overvloed. Het vrouwtje zondert zich van de
groep af en zoekt een rustige plek die enige
bescherming tegen gieren en wilde honden biedt.
Daar werpt ze maximaal zeven jongen. Binnen een
dag kunnen de kleintjes lopen, zwemmen en
duiken. Ze sluiten zich aan bij de groep,
waarbinnen ze samen met andere jongen een
kraamgroep vormen. Hoewel ze na een week al gras
eten, hebben ze, net als alle zoogdieren, ook
nog melk nodig. Jongen worden behalve door hun
eigen moeder ook door andere volwassen vrouwtjes
in de groep verzorgd. Ze spinnen bijna
voortdurend, wat heel bijzonder is voor
knaagdieren.
Capibara's zijn grazers. Ze zijn aangewezen op
plantaardig voedsel. In het regenseizoen eten ze
het gras dat onder water staat en waterplanten
als de waterhyacint. In het droge seizoen
bestaat hun dieet uit korte grassen, boomschors,
zaden en vruchten, zoals meloenen. Al deze
voedingsmiddelen zijn voor zoogdieren zwaar te
verteren, maar de tanden en de
spijsverteringsorganen van de capibara zijn
aangepast aan dit vezelrijke voedsel. Hij heeft
een speciaal orgaan, een soort van blindedarm,
waarin kleine organismen de taaie cellulose van
de planten afbreken.
Eeuwenlang is er jacht gemaakt op deze dieren om
hun vlees en huid, die leer van hoge kwaliteit
oplevert. Tegenwoordig worden capibara's in
sommige delen van Zuid_Amerika onder toezicht
gefokt.
|