Rubriek :
Historische figuren
Caracalla
Caracalla, bijnaam
van: Marcus Aurelius Severus Antoninus, oorspronkelijk Bassianus
genaamd (Lyon 4 april 186 - bij Edessa 8 april 217), Romeins
keizer (211 tot 217), ontleende zijn bijnaam aan een door hem
bij voorkeur gedragen Keltische soldatencape, de caracalla. Hij
was de oudste zoon van keizer Septimius Severus en Julia Domna,
werd in 198 mederegent van zijn vader en huwde Fulvia Plautilla,
dochter van de machtige praefectus praetorio Plautianus (beiden
later door hem ter dood gebracht). In 211 volgde hij tezamen met
zijn jongere broer Publius Septimius Antoninus Geta zijn vader
op.
Op 11 juli 212 vaardigde Caracalla bij decreet de vermaarde
Constitutio Antoniniana uit. Dit edict schonk alle of vrijwel
alle vrijgeboren inwoners van het rijk het Romeinse burgerrecht.
Aanleiding hiertoe was vermoedelijk een acute behoefte aan geld,
mede omdat hij zich door de toenemende inflatie genoodzaakt zag
o.a. de soldij van de soldaten te verhogen. Eind 212 doodde
Caracalla Geta, met velen van diens aanhangers (o.a. de beroemde
rechtsgeleerde Aemilius Papinianus). In Zuid-Duitsland sloeg hij
in 213 een aanval van de Alamannen op de limes Germaniae
Superioris af (de versterkte grenslinie voor de Boven-Rijn, van
Koblenz tot Stuttgart); tevens verving hij bij de limes Raetiae
(voor de Boven-Donau, van Stuttgart tot Regensburg) de
palissadering door een stenen muur. Steeds meer poseerde hij als
een tweede Alexander de Grote, wiens wereldrijk hij wilde
herstellen.
Ter financiering van een daartoe noodzakelijke veldtocht tegen
de Parthen liet hij in 215 een nieuwe 'zilvermunt' van laag
gehalte slaan, de Antoninianus, die (aanhoudend gedevalueerd)
van 243 tot 293 de voornaamste Romeinse munt bleef. In 216 rukte
hij tegen de Parthen op. Op weg van Edessa naar Carrhae werd hij
echter op aanstoken van zijn praefectus praetorio en opvolger
Opellius Macrinus gedood (217).
Caracalla was een verbitterd vijand van de senatorenklasse,
hetgeen de traditie omtrent hem, o.a. bij de scriptores
historiae Augustae, ongunstig be�nvloedde. Daarentegen nam hij
vele leden van de ridderstand (equites) in de Senaat op en
begunstigde hij de lagere klassen, voor wie hij in 217 te Rome
de gedeeltelijk bewaard gebleven thermae Antoninianae (thermen
van Caracalla) inwijdde (tot in de 6de eeuw in gebruik; sinds
1937 openluchttheater).