Carcharodus alcead of kaasjeskruiddikkopje
Heeft
een verspreidingsgebied dat zich uitstrekt van
noordelijk Afrika via Europa tot in centraal
Azi�. Deze vlinder houdt van warmte. Op plaatsen
waar hij vliegt, is er veel kale stenige grond
aanwezig. Als hij gaat zitten, houdt hij zijn
vleugels gespreid. Mede door zijn
camouflagetekening valt hij dan nauwelijks op.
Het kaasjeskruiddikkopje drinkt nectar uit
bloemen van kruidachtige planten. De eitjes
leggen ze op verschillende soorten kaasjeskruid
(zie de naam van het diertje). De rupsen groeien
snel. Er zijn jaarlijks twee tot drie generaties
van deze vlinder. De volgroeide rups overwintert
in een cocon. De vlinder zelf vliegt in
tegenstelling tot de meeste andere dikkopjes
over grote afstanden en weet veel nieuwe
terreinen te koloniseren.
|